Interview: Marlies Rothoff
In een omgebouwde garage in Reusel zit Omega Ink Tattoo. De plek is klein maar fijn. Via een donkere entree met balie en allerlei soorten drankflessen op de schappen, wordt je naar een kleine tattoostudio geleid die fel verlicht is. Veteraan Jim Bremen ontwerpt en zet er tattoos, maar is nog steeds een infanterist in hart en nieren. “Op de middelbare school stond ik al voor de keuze tussen dit soort werk of defensie. Óf naar het grafisch lyceum, omdat ik tekenen leuk vond om te doen. Óf het leger in.”
'Of naar het grafisch lyceum. Of het leger in.'
Jim was zestien jaar. Hij koos voor het leger. Na zijn vmbo wilde hij eigenlijk meteen doorrollen naar een gevechtsfunctie binnen defensie. Alleen ben je als zestienjarige daar te jong voor, dus moest Jim eerst een oriëntatiejaar lopen. ‘Tijdens dat jaar voelde ik me voor het eerst ergens op mijn plek. Voor die tijd voelde ik me altijd een buitenbeentje. Op school was ik echt een rotjoch, ik had niks met leren. Ik had wel vrienden, maar ik was altijd een beetje anders dan de rest. In dat oriëntatiejaar bij defensie had ik eindelijk mensen die op dezelfde manier dachten, dezelfde dingen leuk vonden, dezelfde interesses hadden. Ik voelde me voor het eerst thuis.’
Hij had zijn passie gevonden, deed wat er van hem werd gevraagd en kwam uiteindelijk bij de pantserinfanterie terecht. Op zijn achttiende zat hij op de plek waar hij op zijn zestiende al van had gedroomd én mocht hij binnen een half jaar voor het eerst mee op missie. Naar Afghanistan.
Hij had zijn passie gevonden, deed wat er van hem werd gevraagd en kwam uiteindelijk bij de pantserinfanterie terecht. Op zijn achttiende zat hij op de plek waar hij op zijn zestiende al van had gedroomd én mocht hij binnen een half jaar voor het eerst mee op missie. Naar Afghanistan.
'Ik voelde me voor het eerst thuis.'
Afghanistan I Samenwerken
Hoe dat was voor een jongen van achttien die amper het land uit was geweest?
‘Warm en stoffig,’ antwoordt Jim. ‘Natuurlijk was het spannend, want nu ging het avontuur echt beginnen. Je wist wat er kon gebeuren. Maar toen we in het vliegtuig tussen Dubai en Afghanistan zaten, waren we vooral lacherig. Gezonde spanning, denk ik, en een hang naar avontuur.’
Zijn eerste missie bleek een rustige. ‘De Taliban hield zich schuil, waardoor wij de kans kregen om kennis te maken met de bevolking van Uruzgan en de omgeving. We gingen altijd voorzichtig te werk, want hoewel de Taliban niet veel deed, waren ze er wel. Ze hadden spionnen in verschillende dorpen zitten die alles in de gaten hielden wat de soldaten deden, maar ook wat de bevolking aan het doen was. Uruzgan is een van de armere en afgelegen gebieden in Afghanistan. De mensen zijn er boer of geitenhoeder. Ze zien er geleefd uit. Als daar iemand 60 is, zien ze eruit als 80.
Als divisie hebben we veel samengewerkt met de mensen daar. Zo kregen we nog wel eens waarschuwingen als de Taliban iets van plan was. Op dat moment vertrouwden de bevolking ons. Maar als de Taliban weer aan zet was, gehoorzaamden ze hen.’
Jim neemt ze niks kwalijk. ‘De Taliban was wreed. Als ze dachten dat iemand informatie doorspeelde of iets van ons aannam als betaling, dan werd je gewoon opgeknoopt aan een boom. Dat deed de Taliban ook met kinderen.’
Na zo’n half jaar op missie te zijn geweest moest hij weer naar huis, naar zijn ouders. ‘Het was wennen om mijn ouders weer te moeten gehoorzamen.’
Hoe dat was voor een jongen van achttien die amper het land uit was geweest?
‘Warm en stoffig,’ antwoordt Jim. ‘Natuurlijk was het spannend, want nu ging het avontuur echt beginnen. Je wist wat er kon gebeuren. Maar toen we in het vliegtuig tussen Dubai en Afghanistan zaten, waren we vooral lacherig. Gezonde spanning, denk ik, en een hang naar avontuur.’
Zijn eerste missie bleek een rustige. ‘De Taliban hield zich schuil, waardoor wij de kans kregen om kennis te maken met de bevolking van Uruzgan en de omgeving. We gingen altijd voorzichtig te werk, want hoewel de Taliban niet veel deed, waren ze er wel. Ze hadden spionnen in verschillende dorpen zitten die alles in de gaten hielden wat de soldaten deden, maar ook wat de bevolking aan het doen was. Uruzgan is een van de armere en afgelegen gebieden in Afghanistan. De mensen zijn er boer of geitenhoeder. Ze zien er geleefd uit. Als daar iemand 60 is, zien ze eruit als 80.
Als divisie hebben we veel samengewerkt met de mensen daar. Zo kregen we nog wel eens waarschuwingen als de Taliban iets van plan was. Op dat moment vertrouwden de bevolking ons. Maar als de Taliban weer aan zet was, gehoorzaamden ze hen.’
Jim neemt ze niks kwalijk. ‘De Taliban was wreed. Als ze dachten dat iemand informatie doorspeelde of iets van ons aannam als betaling, dan werd je gewoon opgeknoopt aan een boom. Dat deed de Taliban ook met kinderen.’
Na zo’n half jaar op missie te zijn geweest moest hij weer naar huis, naar zijn ouders. ‘Het was wennen om mijn ouders weer te moeten gehoorzamen.’
Afghanistan II Vechtseizoen
Nog voor zijn eerste missie ophield, had Jim zich weer aangemeld voor een nieuwe missie in Afghanistan. Daardoor zat hij niet lang thuis en belandde snel opnieuw in Afghanistan. Deze missie was echter vanaf dag één anders. ‘Dit keer hing er meteen een constante dreiging in de lucht. We kwamen er al snel achter dat dit het ‘vechtseizoen’ was.
Dat begon op dag één al, toen werd een plaatselijke boer binnengebracht op het kamp. Hij was op een berm bom gereden. Toen wij weer voor het eerst op patrouille gingen, merkten we al snel dat het gebied waarin we ons vrij konden bewegen behoorlijk klein was.’
‘Het gevoel als je de poort uit ging was heel anders dan bij de vorige missie. We waren constant alert, klaar om actie te ondernemen.
Wat me altijd zal bijblijven van een van onze patrouilles buiten de poort, is dat er een vader met een gewonde baby langs wilde. De baby bloedde uit zijn keel en moest naar het ziekenhuis. Maar wij mochten niemand doorlaten, omdat er geen communicatie mogelijk was op dat moment. Er was een ‘black hole’. Black holes vinden plaats na een incident in de regio. In de regio liggen de verbindingen er dan ook uit. Daardoor moesten ook wij extra alert zijn op patrouille. Ik kreeg de taak om er niemand door te laten, totdat er meer duidelijk was over het incident en de schade. Dus ook niet de vader met het bloedende kind. Ook niet na meerdere radioberichten binnen onze eigen groep over de situatie. Onderling kon je wel communiceren via radio’s. Daardoor hoorde onze medic de berichten ook. Samen met hem ben ik naar de vader met het gewonde kind gaan kijken. We hebben de eerste medische hulp gegeven en hebben ze toen door laten rijden naar ons kamp voor verdere hulp.”
Nog voor zijn eerste missie ophield, had Jim zich weer aangemeld voor een nieuwe missie in Afghanistan. Daardoor zat hij niet lang thuis en belandde snel opnieuw in Afghanistan. Deze missie was echter vanaf dag één anders. ‘Dit keer hing er meteen een constante dreiging in de lucht. We kwamen er al snel achter dat dit het ‘vechtseizoen’ was.
Dat begon op dag één al, toen werd een plaatselijke boer binnengebracht op het kamp. Hij was op een berm bom gereden. Toen wij weer voor het eerst op patrouille gingen, merkten we al snel dat het gebied waarin we ons vrij konden bewegen behoorlijk klein was.’
‘Het gevoel als je de poort uit ging was heel anders dan bij de vorige missie. We waren constant alert, klaar om actie te ondernemen.
Wat me altijd zal bijblijven van een van onze patrouilles buiten de poort, is dat er een vader met een gewonde baby langs wilde. De baby bloedde uit zijn keel en moest naar het ziekenhuis. Maar wij mochten niemand doorlaten, omdat er geen communicatie mogelijk was op dat moment. Er was een ‘black hole’. Black holes vinden plaats na een incident in de regio. In de regio liggen de verbindingen er dan ook uit. Daardoor moesten ook wij extra alert zijn op patrouille. Ik kreeg de taak om er niemand door te laten, totdat er meer duidelijk was over het incident en de schade. Dus ook niet de vader met het bloedende kind. Ook niet na meerdere radioberichten binnen onze eigen groep over de situatie. Onderling kon je wel communiceren via radio’s. Daardoor hoorde onze medic de berichten ook. Samen met hem ben ik naar de vader met het gewonde kind gaan kijken. We hebben de eerste medische hulp gegeven en hebben ze toen door laten rijden naar ons kamp voor verdere hulp.”
‘Een vader met een gewonde baby wilde naar het ziekenhuis.
De baby bloedde uit zijn keel.
Maar wij mochten niemand doorlaten.’
Voor die actie werd Jim later die dag bij de luitenant op het matje geroepen. Hij had niet naar het bevel van zijn luitenant geluisterd en hij had de man doorgelaten. Dat was fout. Jim: ‘Het voelde vreemd dat die luitenant mij wel vertrouwde met een wapen, maar niet over het inschatten of iemand wel of niet gevaarlijk is. Daarnaast voelde het onmenselijk voor mij om die baby geen hulp te bieden.’
Trigram
De grootste klap van deze missie was het moment dat één van hun maten, Luc Janzen, werd gedood door een aanslag. ‘We zaten op een vooruitgeschoven post toen we verderop een harde, doffe klap hoorden. We wisten dat het fout was, vooral toen we over de radio hoorden dat er waarschijnlijk zes Nederlanders waren gedood.’ Het bleef een tijdlang stil, terwijl de groep infanteristen ongeduldig wachtte op meer nieuws. ‘Toen hoorden we over de radio verschillende berichten binnendruppelen. Er werd langzaam maar zeker meer bekend over doden en gewonden, waaronder het trigram van een van de personen die uiteindelijk gedood werd. Dat waren de eerste drie letters van de achternaam, drie cijfers van zijn registratienummer en de bloedgroep van Luc.’
De boodschap kwam hard binnen bij de jongens die met Jim op de post zaten. Ze kakten in en konden niet scherp blijven. Jim nam samen met maatje Roel de wachtpost op zich. ‘Dat werd er een van 24 uur, voordat we weer terug konden naar het kamp. Toen ik terug was en mijn focus eindelijk uit mocht, heb ik daar bijna de hele dag zitten huilen als een klein kind.’
Trigram
De grootste klap van deze missie was het moment dat één van hun maten, Luc Janzen, werd gedood door een aanslag. ‘We zaten op een vooruitgeschoven post toen we verderop een harde, doffe klap hoorden. We wisten dat het fout was, vooral toen we over de radio hoorden dat er waarschijnlijk zes Nederlanders waren gedood.’ Het bleef een tijdlang stil, terwijl de groep infanteristen ongeduldig wachtte op meer nieuws. ‘Toen hoorden we over de radio verschillende berichten binnendruppelen. Er werd langzaam maar zeker meer bekend over doden en gewonden, waaronder het trigram van een van de personen die uiteindelijk gedood werd. Dat waren de eerste drie letters van de achternaam, drie cijfers van zijn registratienummer en de bloedgroep van Luc.’
De boodschap kwam hard binnen bij de jongens die met Jim op de post zaten. Ze kakten in en konden niet scherp blijven. Jim nam samen met maatje Roel de wachtpost op zich. ‘Dat werd er een van 24 uur, voordat we weer terug konden naar het kamp. Toen ik terug was en mijn focus eindelijk uit mocht, heb ik daar bijna de hele dag zitten huilen als een klein kind.’
'De vraag: wat nou als we wel actie ondernomen hadden? Is jaren in mijn hoofd blijven rondtollen. Samen met een dosis schuldgevoel.'
Jim vertelt er meteen achteraan dat ze op dat moment en op die plek helaas geen afscheid konden nemen van Luc, omdat ze meteen weer door moesten. Alle drie de keren dat er een gelegenheid voor een echt afscheid was, konden zijn maten er niet bij zijn. Jim vertelt dat hij hier nog lang last van heeft gehad. Tot op de dag van vandaag zit Luc in zijn achterhoofd. ‘Ik heb me lang schuldig gevoeld. Een week daarvoor zijn we namelijk op patrouille geweest op de plek waar Luc is omgekomen. Daar vertrokken op dat moment vrouwen en kinderen. Dan weet je dat de Taliban daar iets aan het plannen is. We hebben daar in een sloot gelegen en mensen zien lopen op de daken. We hebben getwijfeld of we wel of geen actie moesten ondernemen. Maar onze opdracht was om het vuur niet te openen. Dus gingen we terug. De vraag: “wat nou als we wél in actie waren gekomen?” is jaren in mijn hoofd blijven rondtollen. Samen met een dosis schuldgevoel.’
De laatste aanval die Jim en zijn divisie meemaken in Afghanistan, was er een met drie raketten op de basis waar ze op dat moment zonder wapens zaten, de dag voordat ze terug zouden vliegen naar Nederland. ‘Ik zag drie rode puntjes op ons afkomen en dook naar de grond. Die raketten sloegen vlakbij in en ik overleefde het. Ik dacht nog: Ik ga niet op de laatste dag van deze missie, waarin ik al veel heb meegemaakt, dood door een raketinslag.’
Curaçao Mijn pan zat vol
Na Afghanistan bracht Jim zo’n drie jaar door op de basis in Nederland. Die periode ging het niet goed met hem. Hij was snel geïrriteerd en raakte gemakkelijk slaags in de kroeg als hij ging stappen. ‘Ik dacht dat het op dat moment goed met me ging. Ik bleef maar doorgaan, zonder écht te verwerken wat er in Afghanistan allemaal gebeurd was. Maar als ik nu terugkijk weet ik dat mijn pan toen al vol zat.’ Hij wijst naar zijn hoofd als hij erover vertelt.
In 2014 volgt een tewerkstelling in Curaçao, een periode dat je daar wat klussen voor defensie hebt. Het ging hier echter helemaal mis. ‘Op Curaçao zaten we met een paar jongens die net een half jaar bezig waren binnen onze divisie. Twee van hen kregen ruzie in een kroeg. Samen met de beveiliger heb ik ervoor gezorgd dat ze naar buiten gingen. Daar werd het alleen maar erger. Ik ging er tussenin staan om de boel te sussen. Tot een van de jongens mij naar mijn keel greep. Ik weet nog steeds niet of ik hem nou een klap heb verkocht of dat ik hem een kopstoot heb gegeven. Maar vanaf daar ging het fout.’
De laatste aanval die Jim en zijn divisie meemaken in Afghanistan, was er een met drie raketten op de basis waar ze op dat moment zonder wapens zaten, de dag voordat ze terug zouden vliegen naar Nederland. ‘Ik zag drie rode puntjes op ons afkomen en dook naar de grond. Die raketten sloegen vlakbij in en ik overleefde het. Ik dacht nog: Ik ga niet op de laatste dag van deze missie, waarin ik al veel heb meegemaakt, dood door een raketinslag.’
Curaçao Mijn pan zat vol
Na Afghanistan bracht Jim zo’n drie jaar door op de basis in Nederland. Die periode ging het niet goed met hem. Hij was snel geïrriteerd en raakte gemakkelijk slaags in de kroeg als hij ging stappen. ‘Ik dacht dat het op dat moment goed met me ging. Ik bleef maar doorgaan, zonder écht te verwerken wat er in Afghanistan allemaal gebeurd was. Maar als ik nu terugkijk weet ik dat mijn pan toen al vol zat.’ Hij wijst naar zijn hoofd als hij erover vertelt.
In 2014 volgt een tewerkstelling in Curaçao, een periode dat je daar wat klussen voor defensie hebt. Het ging hier echter helemaal mis. ‘Op Curaçao zaten we met een paar jongens die net een half jaar bezig waren binnen onze divisie. Twee van hen kregen ruzie in een kroeg. Samen met de beveiliger heb ik ervoor gezorgd dat ze naar buiten gingen. Daar werd het alleen maar erger. Ik ging er tussenin staan om de boel te sussen. Tot een van de jongens mij naar mijn keel greep. Ik weet nog steeds niet of ik hem nou een klap heb verkocht of dat ik hem een kopstoot heb gegeven. Maar vanaf daar ging het fout.’
'Ik weet nog steeds niet of ik hem nou een klap heb verkocht
of dat ik hem een kopstoot heb gegeven.'
Jim moet bij de luitenant komen, na een klacht van de jongen in kwestie. Nadat Jim heeft toegeven dat er ruzie is geweest, wordt hij apart gezet. De luitenant laat meerdere jongens praten over wat er volgens hen gebeurd is en of Jim nog meer op zijn kerfstok heeft. Jims advocaat laat hem weten dat hij beter kan zwijgen. Hij wordt aangehouden voor zware mishandeling en overgebracht naar de gevangenis op Curaçao. Tussen de drugsdealers en zware criminelen moet hij wachten tot hij, in boeien en zwaar bewaakt, wordt voorgeleid voor het hooggerechtshof op het eiland. De rechter besluit dat hij in eigen land verder zal worden berecht.
Thuis aangekomen wordt Jim, na een jaar geschorst te zijn, oneervol ontslagen wegens zware mishandeling met letsel. Hij krijgt een strafblad. Zijn droom, passie en carrière van inmiddels acht jaar defensie lagen aan duigen
Inburgeren
Tijd om alles wat er op Curaçao en daarna was voorgevallen, goed te verwerken was er niet. Zijn vriendin, Imke, was zwanger. Dat betekende dat hij aan de bak moest om zijn gezin te onderhouden, echter kom je met een strafblad bijna nergens aan de bak. Jim heeft pakketjes rondgebracht en bij een bakker gewerkt. In de tussentijd leerde hij tatoeëren. ‘Tekenen kon ik wel, dus ik dacht: waarom niet?’
Toch kwam er in deze periode ook veel naar boven drijven aan emoties en beelden uit de missies waarin hij had gediend. ‘Ik voelde veel agressie, was boos en prikkelbaar. Ik besloot om een vechtsport te gaan doen: MMA. Mixed Martial Arts: een combinatie van vechtsporten. Daarmee leerde ik langzaamaan om die boosheid en agressie om te zetten in iets lichamelijks. Ik heb wedstrijden gedaan en vond dat eigenlijk best lekker.’
Kort lontje
Het ging even wat beter, leek het. Totdat de man met de hamer kwam. ‘Ik herkende mezelf niet meer. Ik had écht een kort lontje en als ik met mijn pasgeboren dochter ging wandelen was ik iedereen op straat aan het scannen of die persoon een gevaar zou zijn voor ons. Precies zoals ik in Afghanistan had gedaan. Ook kwamen steeds vaker de beelden terug van de man met de bloedende baby, de drie puntjes van de drie raketten die dichterbij kwamen, Luc.’ Jim bleek PTSS te hebben. En daar bovenop komen was en is een emotionele achtbaan.
‘Sinds 2016 ben ik mezelf aan het heruitvinden. Sindsdien ben ik pas echt aan het inburgeren in de burgermaatschappij.’ Therapie heeft hem goed geholpen om anders naar die inburgering en vooral naar zichzelf te kijken. ‘De EMDR, een techniek om met trauma om te gaan, was heel heftig, maar werkte uiteindelijk als opluchting. Ik had minder last van de beelden van de missies. Ik vond het wel lastig om met mijn emoties om te gaan zoals ze tijdens therapie voorstelden. Daar kreeg ik suïcidale neigingen van, waar ik nog harder van schrok. Daar heb ik toen kort antidepressiva voor gekregen.’
De verhuizing naar de plek waar Jim nu met zijn gezin woont en waar hij zijn tattoostudio heeft, was zijn redding. ‘Ik wilde alles zo snel mogelijk af in huis. Dus werkte ik van ’s ochtends vroeg tot middernacht door. Minstens twee maanden lang. Zodat we er snel in konden met ons jonge gezin. In die tijd vergat ik mijn medicijnen en ben zo ook van die depressie afgekomen. Op mijn eigen manier.’
Thuis aangekomen wordt Jim, na een jaar geschorst te zijn, oneervol ontslagen wegens zware mishandeling met letsel. Hij krijgt een strafblad. Zijn droom, passie en carrière van inmiddels acht jaar defensie lagen aan duigen
Inburgeren
Tijd om alles wat er op Curaçao en daarna was voorgevallen, goed te verwerken was er niet. Zijn vriendin, Imke, was zwanger. Dat betekende dat hij aan de bak moest om zijn gezin te onderhouden, echter kom je met een strafblad bijna nergens aan de bak. Jim heeft pakketjes rondgebracht en bij een bakker gewerkt. In de tussentijd leerde hij tatoeëren. ‘Tekenen kon ik wel, dus ik dacht: waarom niet?’
Toch kwam er in deze periode ook veel naar boven drijven aan emoties en beelden uit de missies waarin hij had gediend. ‘Ik voelde veel agressie, was boos en prikkelbaar. Ik besloot om een vechtsport te gaan doen: MMA. Mixed Martial Arts: een combinatie van vechtsporten. Daarmee leerde ik langzaamaan om die boosheid en agressie om te zetten in iets lichamelijks. Ik heb wedstrijden gedaan en vond dat eigenlijk best lekker.’
Kort lontje
Het ging even wat beter, leek het. Totdat de man met de hamer kwam. ‘Ik herkende mezelf niet meer. Ik had écht een kort lontje en als ik met mijn pasgeboren dochter ging wandelen was ik iedereen op straat aan het scannen of die persoon een gevaar zou zijn voor ons. Precies zoals ik in Afghanistan had gedaan. Ook kwamen steeds vaker de beelden terug van de man met de bloedende baby, de drie puntjes van de drie raketten die dichterbij kwamen, Luc.’ Jim bleek PTSS te hebben. En daar bovenop komen was en is een emotionele achtbaan.
‘Sinds 2016 ben ik mezelf aan het heruitvinden. Sindsdien ben ik pas echt aan het inburgeren in de burgermaatschappij.’ Therapie heeft hem goed geholpen om anders naar die inburgering en vooral naar zichzelf te kijken. ‘De EMDR, een techniek om met trauma om te gaan, was heel heftig, maar werkte uiteindelijk als opluchting. Ik had minder last van de beelden van de missies. Ik vond het wel lastig om met mijn emoties om te gaan zoals ze tijdens therapie voorstelden. Daar kreeg ik suïcidale neigingen van, waar ik nog harder van schrok. Daar heb ik toen kort antidepressiva voor gekregen.’
De verhuizing naar de plek waar Jim nu met zijn gezin woont en waar hij zijn tattoostudio heeft, was zijn redding. ‘Ik wilde alles zo snel mogelijk af in huis. Dus werkte ik van ’s ochtends vroeg tot middernacht door. Minstens twee maanden lang. Zodat we er snel in konden met ons jonge gezin. In die tijd vergat ik mijn medicijnen en ben zo ook van die depressie afgekomen. Op mijn eigen manier.’
'In de jaren na defensie heb ik eigenlijk geleerd wat het is om man te zijn. Dat je sterk mag zijn en agressie mag voelen, maar ook dat je kwetsbaar en menselijk mag zijn.'
In de relatieve rust na de verhuizing kwam Jim erachter dat hij niet per se binnen de hokjes van anderen hoeft te passen. ‘In de jaren ná defensie heb ik eigenlijk pas geleerd wat het is om man te zijn. Dat je sterk mag zijn en agressie mag voelen, maar dat je die boosheid en agressie kunt sturen, met bijvoorbeeld MMA. Maar ook dat je emoties mag voelen en kwetsbaar mag zijn. Dat je menselijk mag zijn.’
Zelf gedaan
Dat kwetsbare en menselijke zit voor Jim bijvoorbeeld in de bezoekjes aan het graf van Luc. Sinds 2010 heeft Jim ieder jaar het graf van zijn omgekomen maatje rond zijn sterfdag bezocht. En ieder jaar kwam hij er de ouders van Luc tegen. Ieder jaar beloofde hij dat hij op de koffie zou komen. ‘Ik durfde alleen niet. Ik voelde me nog steeds schuldig. Dus kwam ik nooit. Tot afgelopen jaar. Afgelopen mei ben ik eerst een pilsje gaan drinken bij Lucs graf en daarna ben ik eindelijk koffie gaan drinken bij zijn ouders. Dat hielp mij ook afsluiten.’
Jim is nog lang niet uitgeleerd, maar is trots op waar hij zélf is gekomen. ‘Ik heb mezelf opgepakt en mezelf een schop onder mijn hol gegeven. Kijk bijvoorbeeld naar deze studio.’ Hij wijst om zich heen en grijnst. ‘Heb ik zelf gedaan. Ik ben zelf gaan oefenen op oefenhuiden. Ik heb zelf gewerkt om alles te kunnen betalen, ik heb deze garage samen met een vriend omgebouwd tot studio. Ik heb na defensie mijn eigen religie gevonden, mijn eigen manier van leven, buiten alle hokjes en dat voelt goed.”
En ja, ondanks alles, voelt hij zich nog steeds een infanterist. ‘De blauwdruk van wie je bent, wordt al tussen je zestiende en vijfentwintigste jaar gemaakt. Ik ben gevormd tot infanterist. Ooit gaat het vast nog van pas komen, maar op dit moment ben ik ook heel trots op het andere deel van die keuze van vroeger. De keuze voor de kunst: het tatoeëren. Daar bouw ik nu de rest van mijn leven mee op.’
Persoonlijk
Naam: Jim Bremen
Woont: Reusel
Komt uit: Gemert
Getrouwd: met Imke
Kinderen: Tess en Kai
Missies: TFU 8 & TFU 12 : Afghanistan 2009 en Afghanistan 2010
Nu werkzaam: eigen tattoostudio Omega Ink
Verder: haalt hij er veel plezier uit om met zijn familie en honden
op pad te gaan, de bossen in en te kamperen. Met MMA is hij gestopt.
Woont: Reusel
Komt uit: Gemert
Getrouwd: met Imke
Kinderen: Tess en Kai
Missies: TFU 8 & TFU 12 : Afghanistan 2009 en Afghanistan 2010
Nu werkzaam: eigen tattoostudio Omega Ink
Verder: haalt hij er veel plezier uit om met zijn familie en honden
op pad te gaan, de bossen in en te kamperen. Met MMA is hij gestopt.
Extra's
|
|