Interview: Marco van Nek
Ze was één van de eerste vrouwen bij de Koninklijke Marine op een mijnenjager. En in elk geval de eerste die als bemanningslid voet aan boord zette van de Vlaardingen. Verbindelaar en matroos der eerste klasse Brigitte Koopman liep op een maandag in januari 1990 om acht uur ’s ochtends de loopplank van die boot op en zag niemand. De rest van de bemanning bleek pas uren later te komen. Na enkele maanden op de Vlaardingen vond ze zichzelf aan boord van mijnenjager Haarlem terug in de Perzische Golf, op missie tijdens Operatie Desert Storm. De Tweede Golfoorlog woedde, waarbij Irak buurland Koeweit binnenviel.
Het was een missie waarbij de bemanning van de Haarlem net naast het ‘echte werk’ greep.
‘Tijdens het demagnetiseren en de akoestische test van onze boot in het Haringvliet bij Rotterdam bleek dat onze hoofdmotor te veel lawaai maakte. Dus gingen wij op weg naar de Golf in Dubai eerst het dok in. De hoofdmotor werd vervangen. Met het geluid dat hij produceerde, zouden we gevaar lopen in een zone op zee waar mijnen lagen. Terwijl aan onze boot werd gewerkt, veegden de andere twee Nederlandse mijnenjagers, de Zierikzee en de Harlingen, het hele gebied dat ons was toegewezen in korte tijd al schoon. Er was niet zoveel meer voor ons over. Je staat wel constant op scherp, want de dreiging is onzichtbaar. Maar wij hebben geen mijn laten ontploffen’, vertelt Brigitte.
Vader, broer en Brigitte
Tegelijkertijd met Brigitte waren ook haar vader en broer op missie. Vader Peter was als sergeant-majoor bij de Koninklijke Marine op de Hr. Ms. Van Kinsbergen naar de Golfoorlog. ‘Zij waren eigenlijk bezig met een andere reis, richting de Nederlandse Antillen en de Verenigde Staten. Bij het uitbreken van de Tweede Golfoorlog zijn ze teruggeroepen en naar de Adriatische Zee gestuurd.’ Broer Mark was korporaal eerste klas bij de Koninklijke Luchtmacht. Hij ging als hulplanceerder van de HAWK-raketten, die F16’s op de Amerikaanse basis in Turkije moesten beschermen, naar de Tweede Golfoorlog. Brigitte wuift haar ervaringen weg bij die van hen. ‘Zij hebben grotere dreiging meegemaakt dan ik. Mijn vader ging al vroeg in de Tweede Golfoorlog die kant op, toen er nog veel meer gevaar was. En mijn broer heeft verschillende keren het alarm af horen gaan omdat er raketten hun kant uit zouden komen. Gelukkig bleek dat telkens loos. We zijn uiteindelijk alle drie ongeschonden teruggekeerd.’
Brigitte Koopman komt uit een marinegezin in marinestad Den Helder. ‘Mijn vader is van zijn zeventiende tot zijn vijftigste beroepsmilitair bij de marine geweest. Met achttien jaar mocht hij bij de onderzeedienst. In de tijd van de Koude Oorlog wisten we thuis negen van de tien keer alleen hoe lang hij weg bleef, maar niet waar hij was. Vanaf zijn veertigste tot zijn pensioen zat hij bij de grote vloot. Toch had ik als meisje niet het idee dat ook te willen. Ik haalde mijn LEAO-diploma en dacht misschien de verpleging in te gaan. Ik deed als tussenjaar een schakelopleiding, zodat ik in elk geval aan de leerplicht voldeed. Dan kon ik daarna doorstromen naar de verpleegkundigenopleiding.’
‘Tijdens het demagnetiseren en de akoestische test van onze boot in het Haringvliet bij Rotterdam bleek dat onze hoofdmotor te veel lawaai maakte. Dus gingen wij op weg naar de Golf in Dubai eerst het dok in. De hoofdmotor werd vervangen. Met het geluid dat hij produceerde, zouden we gevaar lopen in een zone op zee waar mijnen lagen. Terwijl aan onze boot werd gewerkt, veegden de andere twee Nederlandse mijnenjagers, de Zierikzee en de Harlingen, het hele gebied dat ons was toegewezen in korte tijd al schoon. Er was niet zoveel meer voor ons over. Je staat wel constant op scherp, want de dreiging is onzichtbaar. Maar wij hebben geen mijn laten ontploffen’, vertelt Brigitte.
Vader, broer en Brigitte
Tegelijkertijd met Brigitte waren ook haar vader en broer op missie. Vader Peter was als sergeant-majoor bij de Koninklijke Marine op de Hr. Ms. Van Kinsbergen naar de Golfoorlog. ‘Zij waren eigenlijk bezig met een andere reis, richting de Nederlandse Antillen en de Verenigde Staten. Bij het uitbreken van de Tweede Golfoorlog zijn ze teruggeroepen en naar de Adriatische Zee gestuurd.’ Broer Mark was korporaal eerste klas bij de Koninklijke Luchtmacht. Hij ging als hulplanceerder van de HAWK-raketten, die F16’s op de Amerikaanse basis in Turkije moesten beschermen, naar de Tweede Golfoorlog. Brigitte wuift haar ervaringen weg bij die van hen. ‘Zij hebben grotere dreiging meegemaakt dan ik. Mijn vader ging al vroeg in de Tweede Golfoorlog die kant op, toen er nog veel meer gevaar was. En mijn broer heeft verschillende keren het alarm af horen gaan omdat er raketten hun kant uit zouden komen. Gelukkig bleek dat telkens loos. We zijn uiteindelijk alle drie ongeschonden teruggekeerd.’
Brigitte Koopman komt uit een marinegezin in marinestad Den Helder. ‘Mijn vader is van zijn zeventiende tot zijn vijftigste beroepsmilitair bij de marine geweest. Met achttien jaar mocht hij bij de onderzeedienst. In de tijd van de Koude Oorlog wisten we thuis negen van de tien keer alleen hoe lang hij weg bleef, maar niet waar hij was. Vanaf zijn veertigste tot zijn pensioen zat hij bij de grote vloot. Toch had ik als meisje niet het idee dat ook te willen. Ik haalde mijn LEAO-diploma en dacht misschien de verpleging in te gaan. Ik deed als tussenjaar een schakelopleiding, zodat ik in elk geval aan de leerplicht voldeed. Dan kon ik daarna doorstromen naar de verpleegkundigenopleiding.’
"Ik vroeg vrij en stond in uniform naast mijn moeder op de steiger.
Maar mijn vader zei er niets over toen hij voet aan wal zette."
Dat die keuze niet in volle overtuiging was, bleek toen Brigitte ‘voor de gein’ een bon uit de Veronica-gids invulde waarmee je je kon aanmelden bij de Koninklijke Marine. ‘Ik dacht: laat ik eens kijken of het wat wordt. Ik werd opgeroepen en heb een week bij het keuringscentrum van de marine in Amsterdam doorgebracht. Steeds meer sollicitanten vielen af, maar ik zat er aan het eind van de week nog. Ik werd aangenomen en kon meteen beginnen. Ik trok als 17-jarige op 5 juni 1987 voor het eerst mijn uniform aan. Op dezelfde dag moest ik nog een herexamen doen voor school, maar ik besloot aan het werk te gaan.’
Haar vader maakte op dat moment een lange reis naar de Nederlandse Antillen. Hij had het keuringstraject van zijn dochter niet meegekregen en was ook nog weg toen zij moest opkomen. ‘De eerste acht weken waren militaire vorming. Daarna wilde ik in de operationele dienst bij de verbindingen. Toen ik daar zat, kwam mijn vader terug. Ik vroeg vrij en stond in uniform naast mijn moeder op de steiger. Maar mijn vader zei er niets over toen hij voet aan wal zette. Eenmaal thuis werd er een goed gesprek gevoerd. Er zaten op dat moment nog niet zo lang vrouwen bij de marine en er waren een paar voorvallen aan boord van marineschepen geweest. Mijn vader maakte zich aanvankelijk zorgen, maar was toch ook wel trots.’
Haar vader maakte op dat moment een lange reis naar de Nederlandse Antillen. Hij had het keuringstraject van zijn dochter niet meegekregen en was ook nog weg toen zij moest opkomen. ‘De eerste acht weken waren militaire vorming. Daarna wilde ik in de operationele dienst bij de verbindingen. Toen ik daar zat, kwam mijn vader terug. Ik vroeg vrij en stond in uniform naast mijn moeder op de steiger. Maar mijn vader zei er niets over toen hij voet aan wal zette. Eenmaal thuis werd er een goed gesprek gevoerd. Er zaten op dat moment nog niet zo lang vrouwen bij de marine en er waren een paar voorvallen aan boord van marineschepen geweest. Mijn vader maakte zich aanvankelijk zorgen, maar was toch ook wel trots.’
Ik hoefde niet zo nodig
Haar eerste plaatsing was op fregat Pieter Florisz. ‘Vrij snel maakte ik mijn eerste grote reis. We gingen een half jaar naar de Nederlandse Antillen. Ik vond het geweldig. Ik had een leuke baan. Wat doe je als je jong bent? Stappen, de steden en de kroegen in. En op het strand liggen. Omdat we over de evenaar voeren, kregen we een tropentoelage. Ik kwam met een paar duizend gulden thuis en zag wat van de wereld. We meerden bijvoorbeeld aan op Jamaica, in Venezuela en op de Bahama’s.’
Op de Antillen was de Pieter Florisz een zogeheten stationsschip; elk half jaar kwam er een ander marineschip uit Nederland om in de overzeese gebiedsdelen aanwezig te zijn. ‘In 1989 had je orkaan Hugo op Sint Maarten. Wij brachten daar veel mariniers naar toe vanaf Curaçao en Aruba. Zij gingen noodhulp bieden. We deden ook drugspatrouilles.’
We mochten niet meer van boord
Aangemeerd in Puerto Rico kreeg Brigitte een buitenkansje aangeboden. Een verbindingsofficier had een vliegbrevet en huurde overal een vliegtuigje. Dan nam hij wat collega’s mee voor een rondvlucht. Dit keer vroeg hij Brigitte of ze ook meewilde. ‘Maar ik bedankte. Ik hoefde niet zo nodig en we hadden ’s avonds een feestje aan boord gepland. Ik ging met wat collega’s aan land. Bij terugkeer op het schip heerste een vreemde stemming. “Wie is er dood?” vroegen we nog wat jolig.’ Maar de volledige bemanning werd die avond in het cafetaria bij elkaar geroepen. Het vliegtuigje met vier collega’s erin bleek neergestort. Ze waren alle vier overleden. ‘Ik ging van boord om aan wal naar huis te bellen. Toen ik terugkwam, bleek dat de telefoons aan boord niet meer mochten worden gebruikt en we mochten ook niet meer van boord. Nog niet alle familieleden van onze overleden collega’s waren getraceerd en zo lang dat niet was gebeurd, mocht er niets over naar buiten worden gebracht. De familie mocht het trieste nieuws niet via de media vernemen.’
Haar eerste plaatsing was op fregat Pieter Florisz. ‘Vrij snel maakte ik mijn eerste grote reis. We gingen een half jaar naar de Nederlandse Antillen. Ik vond het geweldig. Ik had een leuke baan. Wat doe je als je jong bent? Stappen, de steden en de kroegen in. En op het strand liggen. Omdat we over de evenaar voeren, kregen we een tropentoelage. Ik kwam met een paar duizend gulden thuis en zag wat van de wereld. We meerden bijvoorbeeld aan op Jamaica, in Venezuela en op de Bahama’s.’
Op de Antillen was de Pieter Florisz een zogeheten stationsschip; elk half jaar kwam er een ander marineschip uit Nederland om in de overzeese gebiedsdelen aanwezig te zijn. ‘In 1989 had je orkaan Hugo op Sint Maarten. Wij brachten daar veel mariniers naar toe vanaf Curaçao en Aruba. Zij gingen noodhulp bieden. We deden ook drugspatrouilles.’
We mochten niet meer van boord
Aangemeerd in Puerto Rico kreeg Brigitte een buitenkansje aangeboden. Een verbindingsofficier had een vliegbrevet en huurde overal een vliegtuigje. Dan nam hij wat collega’s mee voor een rondvlucht. Dit keer vroeg hij Brigitte of ze ook meewilde. ‘Maar ik bedankte. Ik hoefde niet zo nodig en we hadden ’s avonds een feestje aan boord gepland. Ik ging met wat collega’s aan land. Bij terugkeer op het schip heerste een vreemde stemming. “Wie is er dood?” vroegen we nog wat jolig.’ Maar de volledige bemanning werd die avond in het cafetaria bij elkaar geroepen. Het vliegtuigje met vier collega’s erin bleek neergestort. Ze waren alle vier overleden. ‘Ik ging van boord om aan wal naar huis te bellen. Toen ik terugkwam, bleek dat de telefoons aan boord niet meer mochten worden gebruikt en we mochten ook niet meer van boord. Nog niet alle familieleden van onze overleden collega’s waren getraceerd en zo lang dat niet was gebeurd, mocht er niets over naar buiten worden gebracht. De familie mocht het trieste nieuws niet via de media vernemen.’
"De playboy-posters moesten van de wanden"
In december 1989 kwam de Pieter Florisz terug in Nederland. Brigitte Koopman werd overgeplaatst en moest zich na de feestdagen melden bij ‘De Bunker’, het hoofdkwartier van de marine in een weiland bij Den Helder. ‘Op dat moment werkte ik in wisseldiensten, drie kilometer van huis. Na twee jaar varen zou het nu twee jaar aan land worden. Maar na een paar weken zag ik al een overplaatsingsbericht langskomen waarin mijn naam werd genoemd. Ik zag dat ik naar de mijnendienst ging. Ik had eigenlijk het hele weekend nog nachtdienst, maar moest me op maandag al melden op mijn nieuwe schip. Mijn leidinggevende op het hoofdkwartier wist niet dat er ook vrouwen op kleine boten werden geplaatst, maar hij stuurde me naar huis met de woorden ‘’meld je maandag maar bij de mijnendienst’’.’
Die had een eigen haven in Den Helder. Brigitte: ‘Dus ik loop op maandagochtend, gewend aan om acht uur beginnen, de Vlaardingen op, waar we met zes vrouwen waren geplaatst op een bemanning van 40 á 45, maar ik zag helemaal niemand. Er stond een deur open en ik ging maar naar binnen. Ik riep wat en er kwam iemand van achter. Hij vertelde me maar even te gaan zitten en een kop koffie te pakken. De rest van de bemanning verwachtte hij een uur of drie, vier later. Zelf moest hij nog één en ander aan boord doen, daarom was hij er vroeger.’
Zo begon haar carrière bij de mijnendienst. De mijnenjagers waren tot dan toe echte mannenboten geweest en de mannelijke bemanningsleden kregen instructies dat bepaalde zaken niet meer konden. Brigitte: ‘De Playboy-posters moesten van de wanden.’ Bij de mijnendienst vermaakte Brigitte zich prima. ‘Het waren vaak korte tripjes. Je komt in een ritme waarin thuiskomen leuk is, maar weer weggaan ook.’
Die had een eigen haven in Den Helder. Brigitte: ‘Dus ik loop op maandagochtend, gewend aan om acht uur beginnen, de Vlaardingen op, waar we met zes vrouwen waren geplaatst op een bemanning van 40 á 45, maar ik zag helemaal niemand. Er stond een deur open en ik ging maar naar binnen. Ik riep wat en er kwam iemand van achter. Hij vertelde me maar even te gaan zitten en een kop koffie te pakken. De rest van de bemanning verwachtte hij een uur of drie, vier later. Zelf moest hij nog één en ander aan boord doen, daarom was hij er vroeger.’
Zo begon haar carrière bij de mijnendienst. De mijnenjagers waren tot dan toe echte mannenboten geweest en de mannelijke bemanningsleden kregen instructies dat bepaalde zaken niet meer konden. Brigitte: ‘De Playboy-posters moesten van de wanden.’ Bij de mijnendienst vermaakte Brigitte zich prima. ‘Het waren vaak korte tripjes. Je komt in een ritme waarin thuiskomen leuk is, maar weer weggaan ook.’
We wilden elkaar zien
De vrij nieuwe bemanning van de Vlaardingen zou in het Belgische Oostende examen doen. ‘We vertrokken op zondagavond uit Den Helder en kwamen op maandag in Oostende aan. De Tweede Golfoorlog was toen al uitgebroken, de grote vloot was al naar dat oorlogsgebied, inclusief het schip van mijn vader. Bij de Eerste Golfoorlog waren ook mijnenjagers ingezet, dus we dachten: misschien gaan wij ook wel. Maar aan de andere kant: we moesten nog examen doen.’
Vlak voor de Vlaardingen in Oostende afmeerde, kwam een telexbericht binnen. ‘We moesten snel terug naar Den Helder. We zouden naar de Golf gaan. Maar niet op onze eigen boot. We stapten met de hele bemanning over op de Haarlem. Er werden op dat moment vier boten teruggeroepen naar Den Helder en daar werd het een verhuispartijtje. We zouden voor zes maanden gaan en dan zou een nieuwe bemanning worden ingevlogen.’
Op de route naar het Golfgebied toe zou ze haar vader kruisen die met zijn schip juist op de terugweg was. ‘We wilden elkaar zien. Maar het werd slecht weer. We moesten qua vaarroute uitwijken. Mijn vader heeft nog geprobeerd een helikopter te regelen, maar dat kon ook niet vanwege het weer. Uiteindelijk moest ik het doen met een gesprekje via mijn eigen verbindingsapparatuur aan boord.’
De vrij nieuwe bemanning van de Vlaardingen zou in het Belgische Oostende examen doen. ‘We vertrokken op zondagavond uit Den Helder en kwamen op maandag in Oostende aan. De Tweede Golfoorlog was toen al uitgebroken, de grote vloot was al naar dat oorlogsgebied, inclusief het schip van mijn vader. Bij de Eerste Golfoorlog waren ook mijnenjagers ingezet, dus we dachten: misschien gaan wij ook wel. Maar aan de andere kant: we moesten nog examen doen.’
Vlak voor de Vlaardingen in Oostende afmeerde, kwam een telexbericht binnen. ‘We moesten snel terug naar Den Helder. We zouden naar de Golf gaan. Maar niet op onze eigen boot. We stapten met de hele bemanning over op de Haarlem. Er werden op dat moment vier boten teruggeroepen naar Den Helder en daar werd het een verhuispartijtje. We zouden voor zes maanden gaan en dan zou een nieuwe bemanning worden ingevlogen.’
Op de route naar het Golfgebied toe zou ze haar vader kruisen die met zijn schip juist op de terugweg was. ‘We wilden elkaar zien. Maar het werd slecht weer. We moesten qua vaarroute uitwijken. Mijn vader heeft nog geprobeerd een helikopter te regelen, maar dat kon ook niet vanwege het weer. Uiteindelijk moest ik het doen met een gesprekje via mijn eigen verbindingsapparatuur aan boord.’
"Wat een sterke vrouw is zij"
Brigitte Koopman was de laatste van de drie gezinsleden die op missie gingen. Haar moeder bleef alleen thuis achter. Brigitte zegt daar destijds niet zo bij stil te hebben gestaan. ‘Ik ben er ook niet mee bezig geweest dat ik het niet zou kunnen overleven. Je doet gewoon je werk. Maar mijn moeder heeft het toen toch wel voor de kiezen gehad. Als we het er de laatste tijd over hebben en ik vraag haar ernaar, pinkt ze toch wel een traantje weg. Mijn vader was sowieso altijd weg. Tien maanden per jaar. Mijn broer en ik zijn groot geworden en goed terechtgekomen. Dat heeft mijn moeder wel alleen gedaan. Wat een sterke vrouw is zij.’
Ik heb direct mijn ontslag ingediend
Op 18 juli 1991 keerde de Haarlem terug in Den Helder. Brigitte bleef nog vier jaar in dienst. ‘Ik was 25 en had er na twee contractperiodes acht jaar opzitten. Er werd me gevraagd of ik beroeps wilde worden en dat wilde ik wel. Maar vlak voordat ik de keuring daarvoor moest ondergaan, kreeg ik te horen dat ze in mijn papieren zagen dat ik geen wiskunde had. Dat was wel vereist voor de onderofficiersopleiding. Ik heb gezegd dat ik mijn wiskundepapiertje zou gaan halen als ik zwart op wit kreeg dat ik een contract voor onbepaalde tijd zou krijgen. Maar dat konden ze niet garanderen. Toen heb ik direct – terwijl ik nog wel tot mijn dertigste door had kunnen gaan – mijn ontslag ingediend bij defensie. Ik kon snel bij justitie terecht. Bij de parketpolitie op de rechtbank in Amsterdam en later bij de gevangenis in Heerhugowaard. Geen negen-tot vijf-baan en een bepaalde mate van spanning.’ Terugkijkend op haar periode bij de Koninklijke Marine zegt ze: ‘Die tijd, het varen is voor mij van groot belang geweest. Het heeft mij gemaakt tot wie ik ben geworden.’
Ik heb direct mijn ontslag ingediend
Op 18 juli 1991 keerde de Haarlem terug in Den Helder. Brigitte bleef nog vier jaar in dienst. ‘Ik was 25 en had er na twee contractperiodes acht jaar opzitten. Er werd me gevraagd of ik beroeps wilde worden en dat wilde ik wel. Maar vlak voordat ik de keuring daarvoor moest ondergaan, kreeg ik te horen dat ze in mijn papieren zagen dat ik geen wiskunde had. Dat was wel vereist voor de onderofficiersopleiding. Ik heb gezegd dat ik mijn wiskundepapiertje zou gaan halen als ik zwart op wit kreeg dat ik een contract voor onbepaalde tijd zou krijgen. Maar dat konden ze niet garanderen. Toen heb ik direct – terwijl ik nog wel tot mijn dertigste door had kunnen gaan – mijn ontslag ingediend bij defensie. Ik kon snel bij justitie terecht. Bij de parketpolitie op de rechtbank in Amsterdam en later bij de gevangenis in Heerhugowaard. Geen negen-tot vijf-baan en een bepaalde mate van spanning.’ Terugkijkend op haar periode bij de Koninklijke Marine zegt ze: ‘Die tijd, het varen is voor mij van groot belang geweest. Het heeft mij gemaakt tot wie ik ben geworden.’
Persoonlijk
Naam: Brigitte Koopman
Geboren: 1969
Woont in: Meedhuizen
Komt uit: Den Helder
Missie: Operatie Desert Storm, Irak 1991
Burgerlijke stand: Getrouwd met Libanon-veteraan Klaas.
Kinderen: 3 volwassen ‘bonuskinderen’ uit het eerste huwelijk van haar man.
Werkt nu: als ambulant begeleider bij Zorggroep Stad en Ommeland.
Verder: Er loopt een rode draad door de carrière van Brigitte Koopman omdat ze in al haar banen na de Koninklijke Marine veteranen tegenkwam. Bij justitie vooral veel oud-collega’s die daar ook werkten. In haar huidige baan begeleidt ze onder andere veteranen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Geboren: 1969
Woont in: Meedhuizen
Komt uit: Den Helder
Missie: Operatie Desert Storm, Irak 1991
Burgerlijke stand: Getrouwd met Libanon-veteraan Klaas.
Kinderen: 3 volwassen ‘bonuskinderen’ uit het eerste huwelijk van haar man.
Werkt nu: als ambulant begeleider bij Zorggroep Stad en Ommeland.
Verder: Er loopt een rode draad door de carrière van Brigitte Koopman omdat ze in al haar banen na de Koninklijke Marine veteranen tegenkwam. Bij justitie vooral veel oud-collega’s die daar ook werkten. In haar huidige baan begeleidt ze onder andere veteranen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Extra'sJonge veteraan Brigitte Koopmans in gesprek met RTV NoordIedere ochtend tussen 10 en 13 uur hoor je Babette Alma op Radio Noord. Een verrassende mix van actualiteit, muziek en informatie. Babette sprak 'jonge' veteraan Brigitte Koopman die gekoppeld is aan kunstenaar Yvonne Beelen voor het Helmen Vol Verhalen project. Luister en kijk naar het radio interview waarin Brigitte vertelt over het proces, het bezoek aan de mijnendienst van de Koninklijke Marine en natuurlijk de spanning richting de onthulling van het kunstwerk dat binnenkort gaat plaatsvinden.
Brigitte Koopman
Attentie hier de brug, ankerrol op post! " Korte Sitrep" Velen hebben mij gevraagd hoe het gaat met het project Helmen Vol Verhalen Groep . Het lijkt stil, maar we zijn gewoon even voor anker gegaan in rustig vaarwater. We deinen nog wel volop mee met de golven. Het verhaal van mijn missie is ondertussen opgeschreven en in een mooi format gegoten. Daar mag ik verder nog niks over zeggen. #topsecret #formyeyesonly als ik het zo terug lees, maakt dat je er ook weer veel mee bezig bent. Mijn periode in dienst, 8 jaar lang,17 jaar jong toen ik erbij ging.....het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben, skilled for life, and i am proud of it Yvonne Beelen zit volop in het creatieve proces nu. Ik ben zo nieuwsgierig!! Maar...ook ik moet wachten ze laat geen tipje van de sluier losDoor de corona lopen dingen soms niet helemaal als gepland, maar onze laatste haven die we aan gaan doen is nog steeds de reizende expositie door Nederland. Voor nu, zoals Amy altijd roept, bewegen we maar gewoon mee op de deinende golven #helmenvolverhalen #mijnmissie #operatiedessertstorm |