Interview: Marco van Nek
Een doffe klap. Stefan Mastenbroek, toenmalig Kapitein het Korps Mariniers, schrikt ervan tijdens het sporten in patrouillekamp Tabar, op zo’n negen kilometer van Kamp Holland in Uruzgan, Afghanistan. Het is 17 april 2010. De klap van die middag blijft lang doordreunen in het leven van Mastenbroek. Drie mariniers zijn met hun Viking-rupsvoertuig op een geïmproviseerd explosief gereden. Een bermbom van de Taliban. De 23-jarige marinier Marc Harders komt daarbij direct om het leven. Korporaal Jeroen Houweling (29) overlijdt als hij per helikopter voor medische zorg naar Kamp Holland wordt vervoerd. Houweling is samen met de derde inzittende, marinier Erik van den Elzen uit het rupsvoertuig geslingerd. Van den Elzen raakt zwaargewond.
‘We zaten er net. Om veiligheid in het gebied te creëren en ervoor te zorgen dat de Taliban de lokale bevolking niet lastigvielen. We kwamen in het voorjaar aan en dat is fighting season. Er waren vanaf het begin vuurcontacten, er werden raketten afgeschoten. Onze missie was 5 maart begonnen en we bleven tot 1 augustus. Toen vertrok Nederland uit Uruzgan en droegen wij over aan Amerikaanse militairen. Wij zijn de laatste Nederlandse battlegroep daar geweest’, zegt Mastenbroek. Zijn gezicht betrekt als hij verdergaat: ‘Marc en Jeroen waren de eerste Nederlandse mariniers die sinds Nieuw-Guinea in 1962 in gevechtsomstandigheden zijn gesneuveld.’
‘Wij zijn de laatste Nederlandse battlegroep in Uruzgan geweest’
Ik heb dat boek nog steeds
Stefan Mastenbroek wil al sinds zijn twaalfde bij de mariniers. Hij leent dan bij de bibliotheek het boek ‘325 jaar Korps Mariniers’ en brengt het nooit meer terug. ‘Ik heb het nog steeds. Ik was geen jongetje dat in legerkleding oorlogje speelde, maar dat boek heeft me diep geraakt.’ Even lijkt het er nog op dat hij zijn vader achternagaat als hovenier. ‘Ik kreeg het advies na de basisschool naar de land- en tuinbouwschool te gaan. Maar ik wilde naar de officiersopleiding van de mariniers. Dus ik ging ondanks dat advies toch naar de brugklas havo-vwo en kwam uiteindelijk op het vwo terecht. Hard leren? Ja. Maar opdracht is opdracht en die volbracht ik. Ik knokte me erdoor.’
‘Jij hebt hier nu de leiding’.
De nacht voordat Marc Harders en Jeroen Houweling sneuvelen, is Mastenbroek op patrouille. ‘Terug op de basis was het debriefen, slapen en daarna sporten. Het tweede peloton zou de vooruitgeschoven overwatch-post bevoorraden, terwijl de aflossing voor die post al vanuit Kamp Holland onderweg was. Opeens die klap. Onrust in het kamp, het was snel duidelijk dat het om een bermbom ging. We hoorden dat er gewonden waren. En een gesneuvelde marinier. Op dat moment sta je perplex, je vraagt je af: wie dan? Maar je gaat gelijk weer door. De overwatch en de mensen eromheen boden ter plekke hulp. Er kwam medische assistentie van parajumpers uit Kandahar. Het tweede peloton waar Marc, Jeroen en Erik deel van uitmaakten, moest zo snel mogelijk weg van de plek van de explosie en naar Kamp Holland. Het was voor dat peloton psychologisch belangrijk uit dat gebied te worden gehaald en te worden afgelost door het derde peloton.’
De nacht voordat Marc Harders en Jeroen Houweling sneuvelen, is Mastenbroek op patrouille. ‘Terug op de basis was het debriefen, slapen en daarna sporten. Het tweede peloton zou de vooruitgeschoven overwatch-post bevoorraden, terwijl de aflossing voor die post al vanuit Kamp Holland onderweg was. Opeens die klap. Onrust in het kamp, het was snel duidelijk dat het om een bermbom ging. We hoorden dat er gewonden waren. En een gesneuvelde marinier. Op dat moment sta je perplex, je vraagt je af: wie dan? Maar je gaat gelijk weer door. De overwatch en de mensen eromheen boden ter plekke hulp. Er kwam medische assistentie van parajumpers uit Kandahar. Het tweede peloton waar Marc, Jeroen en Erik deel van uitmaakten, moest zo snel mogelijk weg van de plek van de explosie en naar Kamp Holland. Het was voor dat peloton psychologisch belangrijk uit dat gebied te worden gehaald en te worden afgelost door het derde peloton.’
‘Ik was geïrriteerd dat hij als een halve toerist naar ons kamp kwam,
in plaats van direct zijn taak uit te voeren’.
Dan komt er nog een moment dat grote impact heeft op Mastenbroek. ‘De compagniescommandant zei toen het tweede peloton naar Kamp Holland ging tegen me: ‘‘Stefan, ik ga daar ook heen. Jij hebt hier in Tabar nu de leiding.’’ Dat ging uiteindelijk om 140 man. Het eerste en derde peloton van de mariniers, plus een eenheid landmacht en Afghaanse militairen en politieagenten. Een Buffel-bergingstank en een eenheid luchtmobiel gingen vanuit Kamp Holland op weg om het Viking-rupsvoertuig te bergen. Ik dacht dat ze ’s nachts zouden vertrekken en bij het eerste licht op de plek van de explosie aan zouden komen. Maar hun luitenant besloot niet ’s nachts te gaan rijden, maar pas ’s ochtends. En niet meteen naar de plek waar de Viking stond, maar eerst naar ons, in Tabar. Ik was geïrriteerd dat hij als een halve toerist naar ons kamp kwam in plaats van direct zijn taak uit te voeren. Uiteindelijk werd de Viking toch geborgen.’
Als het zo blijft ben ik misschien toch niet geschikt
Op zijn zeventiende gaat Mastenbroek naar een open dag van de officiersopleiding bij de mariniers in Den Helder. ‘Maar voor dat traject werd ik afgekeurd. Er was grote aanwas en ik was nog jong. Ik zou dan op mijn 21ste al officier zijn geweest. Het was wel een tegenslag, maar ik wilde nog steeds marinier worden.’ Op de dag dat hij zijn examenuitslag van het vwo krijgt, zit Mastenbroek bij het keuringscentrum voor de mariniersopleiding in Amsterdam. ‘Daar kwam ik wel door en ik ging voor de opleiding naar de Van Ghent Kazerne in Rotterdam.
De mariniersopleiding duurde zes maanden en was zwaar. Maar wat ik later tegenkwam, toen ik alsnog de officiersopleiding deed, was nog veel zwaarder. Ik had altijd last van blaren. Elk weekend waren mijn voeten kapot. Ik dacht: als het zo blijft, ben ik misschien toch niet geschikt. Toen ik in Oirschot tijdens een oefening in een puptentje zat, dacht ik aan stoppen. Later ben ik zelf hoofd opleidingen geworden. Dan herken je die twijfel bij anderen.’
‘Ik stond sinds de explosie op scherp’.
Uiteindelijk heeft Mastenbroek iedereen terug in het patrouillekamp. Naast het eerste peloton ook de overwatch en het derde peloton die aanvankelijk bij de Viking zijn gebleven om het voertuig te bewaken. ‘Maar we konden niet binnen blijven zitten met de vlag halfstok, terwijl de Taliban zich zaten te verkneukelen. Dus zijn we direct weer met patrouilles naar buiten gegaan, richting de lokale bevolking en de Taliban. Om te laten zien: we zijn niet verslagen. Maar onze mariniers op patrouille kregen onderling onenigheid, terwijl ze over de radio met elkaar communiceerden. Het liep niet lekker en de frustratie was begrijpelijk.’
Uiteindelijk heeft Mastenbroek iedereen terug in het patrouillekamp. Naast het eerste peloton ook de overwatch en het derde peloton die aanvankelijk bij de Viking zijn gebleven om het voertuig te bewaken. ‘Maar we konden niet binnen blijven zitten met de vlag halfstok, terwijl de Taliban zich zaten te verkneukelen. Dus zijn we direct weer met patrouilles naar buiten gegaan, richting de lokale bevolking en de Taliban. Om te laten zien: we zijn niet verslagen. Maar onze mariniers op patrouille kregen onderling onenigheid, terwijl ze over de radio met elkaar communiceerden. Het liep niet lekker en de frustratie was begrijpelijk.’
‘Twee lichtjes voor Jeroen en Marc’.
Er wordt besloten iedereen in het kamp puntsgewijs een briefing te geven over wat bij de explosie en daarna is gebeurd. ‘Ik belde Kamp Holland met het verzoek om bijstand van een sociaal-medisch team. Na een dag gesprekken voeren op Tabar hebben we de hele gebeurtenis symbolisch afgesloten. Iedereen stond in tenue toen Jeroen en Marc met een C-130, onder begeleiding van Apachehelikopters, vanaf Kamp Holland naar Kandahar werden gebracht, om van daaruit per vliegtuig naar Nederland te worden gerepatrieerd. We schoten twee lichtgranaten af. Als twee lichtjes die symbool stonden voor Jeroen en Marc.'
Intussen is Mastenbroek zelf gesloopt door de gebeurtenissen en zijn plotselinge rol als commandant. ‘Ik heb tussen 17 en 20 april misschien een half uurtje geslapen. De sergeant zei tegen me: ‘‘Jij gaat nu even snurken’’. Een sergeant die een kapitein een opdracht geeft. Dat is bijzonder. Maar hij zei: ‘‘Als jij omvalt, zijn we nog verder van huis’’. Ik was wel bezig geweest met mijn mensen, maar absoluut niet met mezelf. Ik stond sinds de explosie op scherp.’
Intussen is Mastenbroek zelf gesloopt door de gebeurtenissen en zijn plotselinge rol als commandant. ‘Ik heb tussen 17 en 20 april misschien een half uurtje geslapen. De sergeant zei tegen me: ‘‘Jij gaat nu even snurken’’. Een sergeant die een kapitein een opdracht geeft. Dat is bijzonder. Maar hij zei: ‘‘Als jij omvalt, zijn we nog verder van huis’’. Ik was wel bezig geweest met mijn mensen, maar absoluut niet met mezelf. Ik stond sinds de explosie op scherp.’
Die medaille is een principekwestie geworden.
‘Ik maakte nieuwe vrienden, het werd een nieuwe familie. En ook al kom ik uit een goede gezinssituatie, dat was toch fijn. In 1997 kreeg ik mijn eerste oefening met berg- en wintertraining. In 1998 hadden we een bergtraining in Roemenië. Terug op de kazerne in Doorn was de vraag: ‘‘Ga je naar huis of blijf je?’’ Wie ervoor koos naar huis te gaan, moest een dagje langer blijven werken de volgende dagen. Als je op de kazerne bleef, kreeg je een dag eerder vrij. Ik besloot dus op de kazerne te blijven. Die avond werd op de deur van de legeringskamer geklopt. Iedereen die op dat moment in de kazerne was, werd opgeroepen om naar Honduras te gaan voor een humanitaire ondersteuningsmissie na orkaan Mitch. Dat was een grote operatie. We brachten met bootjes hulpgoederen en voedsel rond. Nu, 22 jaar later, maken we ons nog steeds sterk voor een medaille voor die missie. Dat is een principekwestie geworden. Terug in Nederland zaten we op een uitzending te wachten. Er speelde in die tijd van alles in de wereld. Defensie zat in Bosnië, de mariniers ook. Maar voor mij kwam er maar geen uitzending. Ik heb in plaats van daar op te blijven wachten, er uiteindelijk voor gekozen naar Curaçao te gaan. Daar zat het Korps Mariniers permanent ter verdediging van onze overzeese gebiedsdelen.’
“Het duurt een jaar voor dat allemaal is ingedaald”.
Als de gesneuvelde mariniers naar Nederland zijn gebracht, gaan hun collega’s in Uruzgan op jacht naar de maker van de bermbom. ‘De luitenant van de landmacht zei: ‘‘Wij nemen de wacht op Tabar wel op ons’’.
Tijdens de briefing voor vertrek kwam onze compagniescommandant per helikopter terug uit Kamp Holland. Hij nam de leiding in Tabar weer van me over. Ik ging vervolgens ’s nachts met het eerste en derde peloton te voet op pad. Als slangen door de Greenzone op ons doel af, want in een rechte lijn zijn je bewegingen voorspelbaar. Op een gegeven moment was het jackpot en hadden we de betreffende Talibanstrijder te pakken. We liepen in hoog tempo terug naar Tabar. De Talibanstrijder liep op slippers en zijn voet ging bloeden. Die hebben we nog verzorgd ook. We hebben hem overgedragen aan de Afghaanse veiligheidsdienst in Kamp Holland. Na een paar dagen was hij weer vrij. Maar een paar weken later is hij in een vuurgevecht met Australische militairen gesneuveld.’
‘Spanning en continue dreiging houden je in hun greep’.
De rest van de uitzending krijgen de mariniers van de laatste lichting in Uruzgan nog veel vuurcontacten voor hun kiezen. ‘We boekten ook successen. We vonden plekken, zogenoemde weaponcaches, waar de Taliban wapens verstopten.
Het moment dat ik hoorde dat we terug naar huis mochten, vond ik een bijzondere ervaring. Pas achteraf merk je dat je continu scherp bent geweest en dat je heel erg moe bent.’Na terugkeer in Nederland volgen recuperatie-oefeningen om gezamenlijk bij te komen van de heftige tijd in Uruzgan. De mariniers gaan in Italië klimmen en mountainbiken. En napraten. ‘Maar uiteindelijk gaat iedereen zijn eigen weg. De eenheid valt uit elkaar, mijn team valt ook uit elkaar. Je gaat allemaal je eigen weg binnen het Korps Mariniers. Dan merk je pas dat de spanning en de continue dreiging je nog steeds in hun greep hebben. Het duurt een jaar voor dat allemaal is ingedaald.’
Tijdens de briefing voor vertrek kwam onze compagniescommandant per helikopter terug uit Kamp Holland. Hij nam de leiding in Tabar weer van me over. Ik ging vervolgens ’s nachts met het eerste en derde peloton te voet op pad. Als slangen door de Greenzone op ons doel af, want in een rechte lijn zijn je bewegingen voorspelbaar. Op een gegeven moment was het jackpot en hadden we de betreffende Talibanstrijder te pakken. We liepen in hoog tempo terug naar Tabar. De Talibanstrijder liep op slippers en zijn voet ging bloeden. Die hebben we nog verzorgd ook. We hebben hem overgedragen aan de Afghaanse veiligheidsdienst in Kamp Holland. Na een paar dagen was hij weer vrij. Maar een paar weken later is hij in een vuurgevecht met Australische militairen gesneuveld.’
‘Spanning en continue dreiging houden je in hun greep’.
De rest van de uitzending krijgen de mariniers van de laatste lichting in Uruzgan nog veel vuurcontacten voor hun kiezen. ‘We boekten ook successen. We vonden plekken, zogenoemde weaponcaches, waar de Taliban wapens verstopten.
Het moment dat ik hoorde dat we terug naar huis mochten, vond ik een bijzondere ervaring. Pas achteraf merk je dat je continu scherp bent geweest en dat je heel erg moe bent.’Na terugkeer in Nederland volgen recuperatie-oefeningen om gezamenlijk bij te komen van de heftige tijd in Uruzgan. De mariniers gaan in Italië klimmen en mountainbiken. En napraten. ‘Maar uiteindelijk gaat iedereen zijn eigen weg. De eenheid valt uit elkaar, mijn team valt ook uit elkaar. Je gaat allemaal je eigen weg binnen het Korps Mariniers. Dan merk je pas dat de spanning en de continue dreiging je nog steeds in hun greep hebben. Het duurt een jaar voor dat allemaal is ingedaald.’
We begonnen met 45 man en eindigden met 15
‘In augustus 2001 werd ik samen met mijn maatje DJ 2,5 dag fysiek en mentaal door de mangel gehaald om toegelaten te worden tot de praktische opleiding tot officier der mariniers. Wij waren niet de sterksten, maar hadden wel de fysieke basis. Op karakter kwamen we er kantje boord doorheen. De eerste paar weken waren vooral gericht op de kennis en vaardigheden die je tijdens de mariniersopleiding leert. DJ en ik beheersten die basisdingen al. De officiersopleiding is de zwaarste initiële opleiding van Nederland. We begonnen met 45 man en eindigden met 15.’
‘Als hoofd Initiële Opleidingen Mariniers kon ik experimenteren
met hoe je mensen fysiek en mentaal sterk maakt’.
De lijst met functies binnen het marinierskorps die Mastenbroek vervult, is lang. ‘Ik ben na de officiersopleiding pelotonscommandant geworden bij het mortierpeloton en als kapitein hoofd specialistische opleidingen in Rotterdam. Hier gaf ik leiding aan de instructeurs die onder andere de schiet- en sniperopleidingen en jungle-, mountain- en arctic-opleiding verzorgden.’ Meerdere keren gaat hij vanuit die laatste rol naar Suriname om de randvoorwaarden voor jungletrainingen te scheppen. ‘In 2006 startte de Nederlandse missie in Uruzgan. Steeds meer mariniers gingen daarheen. Onze instructiegroep was betrokken bij de voorbereiding van hun missie. Maar het zou natuurlijk de Champions League zijn om zelf ook naar Uruzgan te gaan.’
Na de missie in Uruzgan werkt Mastenbroek -inmiddels bevorderd tot majoor- 3,5 jaar als hoofd Initiële Opleidingen Mariniers. ‘Waar ik in 1996 zelf was begonnen. Daar kon ik experimenteren met hoe je mensen fysiek en mentaal sterk maakt. Mijn doel was dat elke vent die de poort van de Van Ghent Kazerne in Rotterdam verliet, dat met een goed gevoel zou doen. Wie de baret haalde en zich marinier mocht noemen, maar ook degenen die daar niet in waren geslaagd. Want ook dan heb je veel geleerd.’
‘Ik voelde me chef uitzendbureau’.
2015 vertrekt Mastenbroek naar Irak om instructie te geven aan Koerdische Peshmerga-strijders die de wapens opnemen tegen IS. Na deze uitzending gaat hij naar Doorn om compagniescommandant te worden bij de 22e compagnie. Dezelfde compagnie waar hij in 1997 als marinier is begonnen. Na een lang trainingsjaar waarna de compagnie de kwalificatie Special Operations Capable krijgt, gaan veel van de mariniers van zijn eenheid in kleinere clubjes op uitzending. Mastenbroek blijft in Doorn achter: ‘Achter die computer voelde ik me chef uitzendbureau. Ik lag ook nog eens in scheiding en belde met P&O of ik niet nog eens op uitzending kon. Even alles achter me laten en wat geld extra. Dat bleek mogelijk. Van juni tot begin oktober 2017 ging ik weer naar Irak’.
Na de missie in Uruzgan werkt Mastenbroek -inmiddels bevorderd tot majoor- 3,5 jaar als hoofd Initiële Opleidingen Mariniers. ‘Waar ik in 1996 zelf was begonnen. Daar kon ik experimenteren met hoe je mensen fysiek en mentaal sterk maakt. Mijn doel was dat elke vent die de poort van de Van Ghent Kazerne in Rotterdam verliet, dat met een goed gevoel zou doen. Wie de baret haalde en zich marinier mocht noemen, maar ook degenen die daar niet in waren geslaagd. Want ook dan heb je veel geleerd.’
‘Ik voelde me chef uitzendbureau’.
2015 vertrekt Mastenbroek naar Irak om instructie te geven aan Koerdische Peshmerga-strijders die de wapens opnemen tegen IS. Na deze uitzending gaat hij naar Doorn om compagniescommandant te worden bij de 22e compagnie. Dezelfde compagnie waar hij in 1997 als marinier is begonnen. Na een lang trainingsjaar waarna de compagnie de kwalificatie Special Operations Capable krijgt, gaan veel van de mariniers van zijn eenheid in kleinere clubjes op uitzending. Mastenbroek blijft in Doorn achter: ‘Achter die computer voelde ik me chef uitzendbureau. Ik lag ook nog eens in scheiding en belde met P&O of ik niet nog eens op uitzending kon. Even alles achter me laten en wat geld extra. Dat bleek mogelijk. Van juni tot begin oktober 2017 ging ik weer naar Irak’.
Ik ben hier niet voor opgeleid.
Drie dagen voor vertrek naar zijn laatste missie naar Irak wordt Mastenbroek gevraagd of hij adjudant van de minister van Defensie wil worden, toen nog Jeanine Hennis. ‘Vier dagen nadat ik terug was uit Irak, was er een wisseling van de wacht en werd ik adjudant van minister van Defensie Ank Bijleveld. En nu ben ik sinds 1 september haar politiek assistent, een functie die niet eerder door een militair is vervuld. We zijn van dezelfde politieke partij, het CDA, dat is wel een vereiste. Maar ik ben hier niet voor opgeleid. Nu ben ik op een punt in mijn carrière dat ik buiten mijn comfortzone treed. Van de gebaande paden ga.
Ik maak bijzondere moves.’
Elk jaar op 17 april komen mariniers in Westerbork -de woonplaats van Marc Harders- en in Purmerend -de woonplaats van Jeroen Houweling- bij elkaar voor een herdenking. ‘Op de Koemarkt in Purmerend drinken we daarna een biertje. Niet iedereen die er op 17 april in 2010 in Uruzgan bij was, komt ook naar die herdenkingen. Ik ben er zelf ook niet altijd bij vanwege werkverplichtingen of iets anders. Op de sociale media staan veel leden van de eenheid van toen er wel bij stil. Voor mij blijft 17 april een bijzondere dag. Op die dag probeer ik altijd iets symbolisch te doen om Jeroen en Marc te herdenken.’
Persoonlijk
Naam: Stefan Mastenbroek
Geboren: 1978
Woont in: Rotterdam
Komt uit: Ridderkerk
Missies: 1998 Honduras, 2010 Uruzgan, 2015 Irak, 2017 Irak
Samenwonend
Kinderen: 4 kinderen 7, 11, 18, 23
Werkt nu: als politiek assistent van minister van Defensie Ank Bijleveld
Verder: Luitenant-kolonel der Mariniers
Geboren: 1978
Woont in: Rotterdam
Komt uit: Ridderkerk
Missies: 1998 Honduras, 2010 Uruzgan, 2015 Irak, 2017 Irak
Samenwonend
Kinderen: 4 kinderen 7, 11, 18, 23
Werkt nu: als politiek assistent van minister van Defensie Ank Bijleveld
Verder: Luitenant-kolonel der Mariniers
Extra's |
|