Interview: Marco van Nek
Drukte op de bazaar in Deh Rawod, Afghanistan. Het is 10 juli 2007 en luitenant Tom Krist is er met zijn peloton van het 42ste bataljon Limburgse Jagers op patrouille. Hij is in de bazaar op zoek naar een huisarts, zijn opdracht is met die man te gaan praten. De arts wordt niet gevonden en Tom probeert buiten een radioverbinding met de basis tot stand te brengen om te vragen wat ze nu moeten doen. Dan klinkt een gigantische klap.
Moeder Marianne Krist is na een aantal nachtdiensten als psychiatrisch verpleegkundige een paar dagen vrij. Ze is die dinsdag thuis in Berkel-Enschot als er wordt aangebeld. ‘Er staan mannen met serieuze gezichten voor de deur. Ze vertellen dat er een aanslag is geweest in Deh Rawod en dat Tom daarbij gewond is geraakt. Mijn eerste reactie is “dat kan niet, niet onze Tom”. Ze praten me naar binnen.’
Iemand op de bazaar in Deh Rawod blijkt zichzelf te hebben opgeblazen. ‘Uit het niets’, zegt Marianne. Bij de zelfmoordaanslag raakt Tom Krist zwaargewond
Iemand op de bazaar in Deh Rawod blijkt zichzelf te hebben opgeblazen. ‘Uit het niets’, zegt Marianne. Bij de zelfmoordaanslag raakt Tom Krist zwaargewond
De eerste reactie van Mijke is: ‘We gaan hem halen’.
Vader Wil Krist wordt door een collega van zijn werk in de jeugdzorg naar huis gebracht. Toms broer Peter werkt in Tilburg en komt direct naar zijn ouders. Dochter Renée woont in Friesland en haar partner is zwanger. Zij springen ook meteen in de auto naar Brabant. En Mijke, de vriendin van Tom met wie hij sinds 2006 samenwoont in Berkel-Enschot en die ook werkzaam is bij Defensie, hoort op de kazerne in Ermelo te zijn, maar ze blijkt een cursusdag in Oirschot te hebben. Ook zij wordt naar haar schoonouders gebracht. Marianne: ‘Eigenlijk is zij op dat moment als partner van Tom het eerste aanspreekpunt, maar omdat zij niet direct bereikbaar is, staat Defensie toch bij ons voor de deur.’
Wij willen ons kind terug
Die middag is de boodschap direct verontrustend. ‘We krijgen te horen dat de overlevingskans van Tom maar 5 procent is’, vertelt Marianne. ‘De eerste reactie van Mijke is ‘we gaan hem halen’.’ Marianne en Wil willen naar Tom toe. ‘Maar tegelijkertijd besef je dat dat geen reële optie is. Afghanistan is geen veilig land.’ Van het team dat de onheilstijding komt brengen, blijft een maatschappelijk werker bij het gezin. ‘We krijgen constant informatie en op een gegeven moment horen we dat Tom van Deh Rawod in Uruzgan naar Helmond vervoerd gaat worden voor neurologisch onderzoek. Fijn, denken we dan, als dat kan, is hij in elk geval wat stabieler.’
De volgende ochtend heeft de maatschappelijk werker een boodschap die daar haaks op staat: ‘het gaat niet goed’. Dan belt een arts uit Afghanistan. Marianne: ‘Mijke zegt tegen mij dat ik het gesprek maar moet voeren. Zij wil het niet horen. De arts zegt dat uit de scan blijkt dat Tom hersendood is en dat ze in de loop van de dag de apparatuur af willen koppelen.’
Ouders en vriendin zetten alles in het werk om dat te voorkomen. ‘Wij willen ons kind terug en vragen of Tom niet aan de apparatuur naar Nederland kan worden gebracht. Die vraag hebben ze bij Defensie nog nooit aan de hand gehad. We krijgen te horen dat ze niet weten of dat gaat lukken’.
Die middag is de boodschap direct verontrustend. ‘We krijgen te horen dat de overlevingskans van Tom maar 5 procent is’, vertelt Marianne. ‘De eerste reactie van Mijke is ‘we gaan hem halen’.’ Marianne en Wil willen naar Tom toe. ‘Maar tegelijkertijd besef je dat dat geen reële optie is. Afghanistan is geen veilig land.’ Van het team dat de onheilstijding komt brengen, blijft een maatschappelijk werker bij het gezin. ‘We krijgen constant informatie en op een gegeven moment horen we dat Tom van Deh Rawod in Uruzgan naar Helmond vervoerd gaat worden voor neurologisch onderzoek. Fijn, denken we dan, als dat kan, is hij in elk geval wat stabieler.’
De volgende ochtend heeft de maatschappelijk werker een boodschap die daar haaks op staat: ‘het gaat niet goed’. Dan belt een arts uit Afghanistan. Marianne: ‘Mijke zegt tegen mij dat ik het gesprek maar moet voeren. Zij wil het niet horen. De arts zegt dat uit de scan blijkt dat Tom hersendood is en dat ze in de loop van de dag de apparatuur af willen koppelen.’
Ouders en vriendin zetten alles in het werk om dat te voorkomen. ‘Wij willen ons kind terug en vragen of Tom niet aan de apparatuur naar Nederland kan worden gebracht. Die vraag hebben ze bij Defensie nog nooit aan de hand gehad. We krijgen te horen dat ze niet weten of dat gaat lukken’.
Het is ons heel duidelijk dat het alleen is om afscheid van Tom te kunnen nemen.
‘Maar op woensdagavond is Tom toch op weg naar Nederland. Met een Engels hospitaalvliegtuig. Zij willen gewonden terug naar huis brengen en hebben vijf intensive care-units aan boord.’
De vlucht landt op Eindhoven Airport. Marianne en Wil krijgen het bericht dat Tom en de andere twee militairen van zijn eenheid die bij de aanslag in Deh Rawod gewond zijn geraakt met ambulances naar het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht zijn gebracht. ‘Wij gaan daar direct heen. Het is ons heel duidelijk dat het alleen is om afscheid van Tom te kunnen nemen en dat we niets hoeven te verwachten. Maar dit is zo waardevol. We hebben hem gewassen, andere kleren aangetrokken en ons zegje kunnen doen. We zijn zo blij dat ze ons die kans hebben gegeven.’
Eerste luitenant Tom Krist overlijdt op donderdag 12 juli 2007, 24 jaar oud.
De vlucht landt op Eindhoven Airport. Marianne en Wil krijgen het bericht dat Tom en de andere twee militairen van zijn eenheid die bij de aanslag in Deh Rawod gewond zijn geraakt met ambulances naar het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht zijn gebracht. ‘Wij gaan daar direct heen. Het is ons heel duidelijk dat het alleen is om afscheid van Tom te kunnen nemen en dat we niets hoeven te verwachten. Maar dit is zo waardevol. We hebben hem gewassen, andere kleren aangetrokken en ons zegje kunnen doen. We zijn zo blij dat ze ons die kans hebben gegeven.’
Eerste luitenant Tom Krist overlijdt op donderdag 12 juli 2007, 24 jaar oud.
Soldaat worden
Tom Krist wil van kinds af aan militair worden. Waar dat vandaan komt? Niet van zijn ouders Marianne en Wil, die zijn er niet zo van om hun kinderen oorlogsspeelgoed te geven. Wil: ‘Geweren hebben ze van ons nooit gekregen.’ Voor Tom geen probleem. Paar pvc-buisjes aan elkaar knopen en hij is een bewapend militair. ‘Als je echt wilt, is alles bruikbaar’, zegt Wil. En Tom heeft een oom, broer van zijn moeder, die beroepsmilitair is en die in Duitsland is gelegerd. ‘Hij neemt weleens wat voor Tom mee’, zegt Marianne. Op het oefenterrein in de Loonse en Drunense Duinen zoekt de jonge Tom graag naar hulzen.
‘Er is altijd maar één keuze voor Tom geweest. Soldaat worden. Het veld in’, vertelt Wil. ‘Hij doet het prima op de middelbare school, zijn zus en broer doen het gymnasium, dus hij ook. Hij houdt van competitie, wil altijd graag winnen. Maar toch is hij meer een doener dan zijn broer. Altijd met zijn handen bezig.’ Wil gaat als Tom 15 is al met hem naar een banenmarkt van Defensie. Daar krijgt hij het advies niet meteen op zijn 16de het leger in te gaan, maar zoveel mogelijk vooropleiding te volgen. Na het gymnasium gaat hij naar de Koninklijke Militaire Academie. ‘Dat vindt hij een fijne plek, daar rolt hij doorheen’, zegt Marianne.
Tom Krist wil van kinds af aan militair worden. Waar dat vandaan komt? Niet van zijn ouders Marianne en Wil, die zijn er niet zo van om hun kinderen oorlogsspeelgoed te geven. Wil: ‘Geweren hebben ze van ons nooit gekregen.’ Voor Tom geen probleem. Paar pvc-buisjes aan elkaar knopen en hij is een bewapend militair. ‘Als je echt wilt, is alles bruikbaar’, zegt Wil. En Tom heeft een oom, broer van zijn moeder, die beroepsmilitair is en die in Duitsland is gelegerd. ‘Hij neemt weleens wat voor Tom mee’, zegt Marianne. Op het oefenterrein in de Loonse en Drunense Duinen zoekt de jonge Tom graag naar hulzen.
‘Er is altijd maar één keuze voor Tom geweest. Soldaat worden. Het veld in’, vertelt Wil. ‘Hij doet het prima op de middelbare school, zijn zus en broer doen het gymnasium, dus hij ook. Hij houdt van competitie, wil altijd graag winnen. Maar toch is hij meer een doener dan zijn broer. Altijd met zijn handen bezig.’ Wil gaat als Tom 15 is al met hem naar een banenmarkt van Defensie. Daar krijgt hij het advies niet meteen op zijn 16de het leger in te gaan, maar zoveel mogelijk vooropleiding te volgen. Na het gymnasium gaat hij naar de Koninklijke Militaire Academie. ‘Dat vindt hij een fijne plek, daar rolt hij doorheen’, zegt Marianne.
‘Dat gaat ‘m niet worden. We zitten hier in de Middeleeuwen’.
Tom is er naast zijn studie secretaris in de Senaat en heeft een kroonfunctie, wat inhoudt dat hij mensen die al bij Defensie werken en die de verkorte opleiding op de KMA doen, moet begeleiden. In september 2006 is zijn buluitreiking. Hij gaat dan eerst naar Seedorf in Duitsland. De kazerne daar gaat dicht en hij begeleidt de verhuizing van de Nederlandse militairen naar Oirschot. Op 22 maart 2007 vertrekt hij als tweede luitenant op missie naar Deh Rawod in Afghanistan, een dag later wordt hij bevorderd tot eerste luitenant.
‘Hij belt ons vanuit Afghanistan één keer in de week’, zegt Marianne. ‘Bij zijn vertrek denkt hij nog dat de situatie in Deh Rawod tijdens zijn missie van vier maanden even op de rit wordt gezet, maar al snel is de boodschap ‘dat gaat ’m niet worden, we zitten hier in de Middeleeuwen’. Ze gaan aan de slag met de watervoorziening, zorgen dat schooltjes weer kunnen functioneren. Maar ze moeten ook zichtbaar zijn en gaan te voet op patrouille, in tegenstelling tot de andere internationale troepen die dat veelal per voertuig doen. Op die manier kunnen de Nederlanders beter contact met de lokale bevolking maken en patrouilles te voet komen ook vriendelijker over. Het is dus niet alleen een opbouwmissie.’
‘Hij belt ons vanuit Afghanistan één keer in de week’, zegt Marianne. ‘Bij zijn vertrek denkt hij nog dat de situatie in Deh Rawod tijdens zijn missie van vier maanden even op de rit wordt gezet, maar al snel is de boodschap ‘dat gaat ’m niet worden, we zitten hier in de Middeleeuwen’. Ze gaan aan de slag met de watervoorziening, zorgen dat schooltjes weer kunnen functioneren. Maar ze moeten ook zichtbaar zijn en gaan te voet op patrouille, in tegenstelling tot de andere internationale troepen die dat veelal per voertuig doen. Op die manier kunnen de Nederlanders beter contact met de lokale bevolking maken en patrouilles te voet komen ook vriendelijker over. Het is dus niet alleen een opbouwmissie.’
Waarom daar?
Tijdens één van die patrouilles gaat het dus mis. Waarom daar, op dat moment op die bazaar in Deh Rawod? ‘We weten het niet. Het is er erg druk, er lopen veel kinderen. Geruststellend eigenlijk. Mogelijk is de politiepost daar aanvankelijk het doelwit geweest, maar de hoofdagent is er dan niet. Misschien heeft de zelfmoordterrorist gedacht: dan blaas ik me maar bij die militairen op’, zegt Marianne. ‘Maar het kan ook zijn dat hij bewust op het peloton van Tom is afgestapt.’
Marianne en Wil willen graag zelf naar Afghanistan. Samen met ouders en familieleden van andere Nederlandse militairen die er zijn gesneuveld of gewond zijn geraakt. Om te zien en ervaren waar Tom is geweest. Maar aanvankelijk wordt die boot door Defensie afgehouden. Marianne: ‘Tot er in 2010 voor het eerst sprake van is de missie in Afghanistan te beëindigen. Tot dat moment is ons verteld dat het er te gevaarlijk is om naartoe te gaan. Maar dan gaan toenmalig staatssecretaris van Defensie Jack de Vries en Paul de Leeuw ook, nadat de eerste op tv aan een spelletje heeft meegedaan waar dit uit is voortgekomen. Toen heb ik het op de nabestaandendag aan de orde gesteld en is een afspraak met minister Eimert van Middelkoop van Defensie gemaakt en zijn we met een delegatie van nabestaanden naar hem toe geweest. Dat levert ons een toezegging op dat we naar Afghanistan mogen, maar dat we dat niet mogen laten uitlekken. Want als journalisten er lucht van krijgen dat burgers ernaartoe gaan en daar melding van maken, wordt het weer te gevaarlijk en dus onmogelijk.’
Tijdens één van die patrouilles gaat het dus mis. Waarom daar, op dat moment op die bazaar in Deh Rawod? ‘We weten het niet. Het is er erg druk, er lopen veel kinderen. Geruststellend eigenlijk. Mogelijk is de politiepost daar aanvankelijk het doelwit geweest, maar de hoofdagent is er dan niet. Misschien heeft de zelfmoordterrorist gedacht: dan blaas ik me maar bij die militairen op’, zegt Marianne. ‘Maar het kan ook zijn dat hij bewust op het peloton van Tom is afgestapt.’
Marianne en Wil willen graag zelf naar Afghanistan. Samen met ouders en familieleden van andere Nederlandse militairen die er zijn gesneuveld of gewond zijn geraakt. Om te zien en ervaren waar Tom is geweest. Maar aanvankelijk wordt die boot door Defensie afgehouden. Marianne: ‘Tot er in 2010 voor het eerst sprake van is de missie in Afghanistan te beëindigen. Tot dat moment is ons verteld dat het er te gevaarlijk is om naartoe te gaan. Maar dan gaan toenmalig staatssecretaris van Defensie Jack de Vries en Paul de Leeuw ook, nadat de eerste op tv aan een spelletje heeft meegedaan waar dit uit is voortgekomen. Toen heb ik het op de nabestaandendag aan de orde gesteld en is een afspraak met minister Eimert van Middelkoop van Defensie gemaakt en zijn we met een delegatie van nabestaanden naar hem toe geweest. Dat levert ons een toezegging op dat we naar Afghanistan mogen, maar dat we dat niet mogen laten uitlekken. Want als journalisten er lucht van krijgen dat burgers ernaartoe gaan en daar melding van maken, wordt het weer te gevaarlijk en dus onmogelijk.’
‘Militairen staan hun bed af in de containers waar ze slapen. ’
Alle nabestaanden krijgen in Afghanistan een persoonlijk begeleider. Voor iedereen wordt geprobeerd naar de plaatsen te gaan waar degene tot wie zij in relatie staan ook is geweest. ‘Wij gaan naar Kamp Holland. We worden met alle egards ontvangen. Militairen staan hun bed af in de containers waar zij slapen. De volgende ochtend vertrekken we naar Kamp Hadrian in Deh Rawod. Op zoek naar Tom. We kunnen niet naar de plek van de aanslag, de bazaar is te gevaarlijk. Maar we zien wel zijn slaapplaats, zijn werkplek. De arts is er, we spreken de tolk van Tom. We horen waar hij mee bezig is geweest. Het klopt allemaal. Heel bijzonder. Het doet ons echt goed. Het neemt een stuk onrust weg. Is ook een soort afsluiting.’
Heimwee naar Tom
In het fotoboek dat ze van de reis hebben, tekenen Marianne en Wil het volgende op:
Weer thuis, na een heel bijzondere reis. We hebben de voetsporen van Tom gevolgd. We hebben gezien, geroken en gevoeld hoe het daar op zijn plek was. En daardoor hebben we hem ook mee naar huis kunnen nemen. Het maakt ons weer compleet. Hij was waar hij wilde zijn. Hij deed wat hij wilde doen. En vooral: altijd bij ons. Samen met Renée en Peter. Weer samen. Samen.
Het hele gezin heeft geleden onder het verlies van Tom. ‘Ieder voor zich hebben we onszelf moeten herpakken’, vertelt Marianne. ‘We hebben als gezin een verschrikkelijke deuk opgelopen. We hebben er nog steeds regelmatig last van. De onbevangenheid zijn we kwijt. We beschouwen niets meer als vanzelfsprekend. We genieten als gezin wel weer samen van het leven, maar soms is er heimwee naar Tom. Als we samen zijn, is hij er voor ons altijd nog bij.’’
Marianne en Wil zijn nog erg betrokken bij de Limburgse Jagers. Bij de beëdiging van nieuwe militairen in Oirschot houdt Marianne een praatje. ‘Ik geef hen mee dat het geen spelletje is, maar een serieuze aangelegenheid. Wees je daar bewust van. Let op elkaar. Defensie heeft veel voor ons gedaan en betekend, dan wil ik ook graag iets terugdoen. Er is daar niemand meer op de kazerne die Tom heeft gekend. Maar de verhalen moeten niet worden vergeten. Om die levend te houden, sta ik daar ook.’
Heimwee naar Tom
In het fotoboek dat ze van de reis hebben, tekenen Marianne en Wil het volgende op:
Weer thuis, na een heel bijzondere reis. We hebben de voetsporen van Tom gevolgd. We hebben gezien, geroken en gevoeld hoe het daar op zijn plek was. En daardoor hebben we hem ook mee naar huis kunnen nemen. Het maakt ons weer compleet. Hij was waar hij wilde zijn. Hij deed wat hij wilde doen. En vooral: altijd bij ons. Samen met Renée en Peter. Weer samen. Samen.
Het hele gezin heeft geleden onder het verlies van Tom. ‘Ieder voor zich hebben we onszelf moeten herpakken’, vertelt Marianne. ‘We hebben als gezin een verschrikkelijke deuk opgelopen. We hebben er nog steeds regelmatig last van. De onbevangenheid zijn we kwijt. We beschouwen niets meer als vanzelfsprekend. We genieten als gezin wel weer samen van het leven, maar soms is er heimwee naar Tom. Als we samen zijn, is hij er voor ons altijd nog bij.’’
Marianne en Wil zijn nog erg betrokken bij de Limburgse Jagers. Bij de beëdiging van nieuwe militairen in Oirschot houdt Marianne een praatje. ‘Ik geef hen mee dat het geen spelletje is, maar een serieuze aangelegenheid. Wees je daar bewust van. Let op elkaar. Defensie heeft veel voor ons gedaan en betekend, dan wil ik ook graag iets terugdoen. Er is daar niemand meer op de kazerne die Tom heeft gekend. Maar de verhalen moeten niet worden vergeten. Om die levend te houden, sta ik daar ook.’
Met z’n twintigen om half elf ’s ochtends aan het bier
Met het peloton van Tom hebben ze nog altijd goede contacten. Marianne: ‘Elk jaar gaan we op 10 juli met z’n allen naar het graf van Tom. Ze hadden in Afghanistan afgesproken bij thuiskomst samen een pilske te gaan drinken. Dus dan staan we daar met z’n twintigen om half elf ’s ochtends aan het bier. Tom was hun pelotonscommandant. Zij zijn allemaal met elkaar verbonden door die oorlog. En wij zijn voor altijd betrokken bij dat peloton.’
|
|
Persoonlijk
Geboren Marianne Krist: 1955, Wil Krist: 1954
Wonen in: Udenhout
Marianne komt uit: Moergestel
Wil komt uit: Berkel-Enschot
Burgerlijke stand: Getrouwd
Kinderen: Dochter Renée, zoons Peter en Tom (gesneuveld in Afghanistan)
Werkzaam leven Marianne: psychiatrisch verpleegkundige
Werkzaam leven Wil: hoofd P&O in de jeugdzorg
Verder: Marianne en Wil Krist zijn vrijwilligers bij de Invictus Games. Dat is een internationaal multisportevenement voor militairen en veteranen, die psychisch of lichamelijk gewond zijn geraakt in het leger.
Wonen in: Udenhout
Marianne komt uit: Moergestel
Wil komt uit: Berkel-Enschot
Burgerlijke stand: Getrouwd
Kinderen: Dochter Renée, zoons Peter en Tom (gesneuveld in Afghanistan)
Werkzaam leven Marianne: psychiatrisch verpleegkundige
Werkzaam leven Wil: hoofd P&O in de jeugdzorg
Verder: Marianne en Wil Krist zijn vrijwilligers bij de Invictus Games. Dat is een internationaal multisportevenement voor militairen en veteranen, die psychisch of lichamelijk gewond zijn geraakt in het leger.
Extra's
|
|