Interview: Marlies Rothoff
'Van de missie in Kandahar, Afghanistan in 2010 kwam ik wel echt anders terug. Die missie kwam niet alleen bij mij harder binnen dan gewoonlijk, mijn thuisfront had het er ook zwaarder mee.’ Veteraan Harrie Vorsteveld vertelt het met een brok in zijn keel. Hij heeft zijn thuisfront hoog in het vaandel staan. Zijn filosofie: ‘Als het met het thuisfront niet goed gaat, kan een militair zijn werk niet goed doen’, komt niet zomaar ergens vandaan. Hij merkt het bij zichzelf en bij zijn collega’s.
‘Als ik merk dat mijn vrouw, Leida, niet lekker in haar vel zit, of er is thuis iets gebeurd, dan zit ik met mijn hoofd ergens anders. Terwijl je op missie gefocust moet zijn op wat je moet doen.’ Voor Harrie is dat het repareren en prepareren van gevechtsvliegtuigen voor de luchtmacht. Als daar een klein schroefje los zit, kan het misgaan. Goed contact met thuis en er zeker van zijn dat het daar ook op rolletjes loopt, is voor Harrie altijd belangrijk geweest. ‘We zijn allebei eerlijk en open over wat er is en wat er gebeurt. Zo houd je elkaar zelfs op afstand in evenwicht.’
‘Leida wist nog niet wat het allemaal in zou houden
en ik eigenlijk ook niet helemaal’
Harrie leerde Leida kennen zo rond de tijd dat hij zijn dienstplicht aan het uitvoeren was in 1993. ‘In het begin baalde ik wel van die dienstplicht. Ik was net klaar met school en wilde net als al mijn andere vrienden gewoon werken. Maar goed, je moet er toch aan. Dan heb je het maar gehad. Dacht ik. Op een gegeven moment werd ik verliefd op het werk bij defensie en het avontuur dat zo’n baan bood. Ook hield ik van de sfeer die er hing, de teamkracht, kameraadschap. Ik zorgde ervoor dat ik verder kon groeien in techniek bij de luchtmacht en zorgde zo dus dat ik de kost kon verdienen met iets wat ik écht leuk vond. Leida wist toen nog niet wat het allemaal in zou houden en ik eigenlijk ook niet helemaal.’
De vliegbasis zat in het uitzendingsgebied zelf
De band tussen Leida en Harrie was al sterk doordat Harrie sinds 1993 vaker op missie was geweest en de twee toen al veel afspraken hadden gemaakt. Afspraken over contact opnemen, je al dan niet vrijwillig opgeven voor missies en eerlijk zijn over alles. Kandahar was echter vanaf moment één anders. Harrie legt uit: ‘Normaal zitten we met de luchtmacht en de vliegbasis van een bepaalde missie een eind uit het missiegebied. Op een veilige plek. Voor thuis blijft het spannend, maar ze weten in ieder geval dat je veilig bent. Op zo’n plek net buiten het missiegebied maak je eigenlijk amper dreiging mee. Daardoor kun je je ook beter concentreren op het werk waar je mee bezig bent. Je draagt wel een wapen, maar je gebruikt hem eigenlijk nooit. De vliegbases hebben ook altijd extra beveiliging. Kandahar was voor mij de tweede missie dat de vliegbasis in het uitzendingsgebied zelf zat.’
Dat bracht vooral een andere mindset met zich mee. ‘Voordat we naar de basis gingen waar we uiteindelijk zo’n vier maanden zouden zitten, kregen we een briefing in Minat, een plek in de buurt. Daar werd ons verteld dat er nog wel eens raketaanvallen plaatsvonden op de basis. Nou, oké, dat hebben we in ons opgenomen en we zijn verdergegaan. We waren amper geland op de basis in Kandahar of de eerste aanval was een feit. We hielden ons aan het protocol: op de grond liggen tot het sein ‘veilig’ werd gegeven en daarna weer door.’
Ze zouden vier maanden lang elke dag beschoten worden met de raketten. Volgens Harrie was dat nog het minst erge: ‘Op een gegeven moment wist je dat de aanvallen op een bepaald tijdstip zouden komen. Daar kun je je dan een beetje op voorbereiden. Maar verder weet je niks. Je weet niet waar ze terecht gaan komen. Dus alles wat je kunt doen is op de grond liggen en dekking zoeken en wachten tot het overgaat.’ Het werd een riedeltje. Tot er op één dag wel erg veel raketten werden afgevuurd. Niet veel later kwam er uit het algemene omroepsysteem de mededeling dat de basis werd aangevallen door de Taliban.
‘Daar schrik je dan toch meer van,’ legt Harrie uit. ‘Wij hadden nog nooit ons wapen getrokken. Laat staan een aanval op de basis meegemaakt. Alles wat je door zo’n omroepsysteem te weten krijgt is dat er een aanval is. Je bent met zijn allen in de opperste staat van alertheid. Je weet niet waar ze zitten of met hoeveel ze zijn. Je zoekt dekking en wacht af of er in jouw gedeelte van de basis iets gebeurt.’ Als het sein veilig wordt gegeven, komt Harrie erachter dat de 17 mannen van de Taliban niet verder zijn gekomen dan de eerste beveiligingsring. De opluchting is groot.
De band tussen Leida en Harrie was al sterk doordat Harrie sinds 1993 vaker op missie was geweest en de twee toen al veel afspraken hadden gemaakt. Afspraken over contact opnemen, je al dan niet vrijwillig opgeven voor missies en eerlijk zijn over alles. Kandahar was echter vanaf moment één anders. Harrie legt uit: ‘Normaal zitten we met de luchtmacht en de vliegbasis van een bepaalde missie een eind uit het missiegebied. Op een veilige plek. Voor thuis blijft het spannend, maar ze weten in ieder geval dat je veilig bent. Op zo’n plek net buiten het missiegebied maak je eigenlijk amper dreiging mee. Daardoor kun je je ook beter concentreren op het werk waar je mee bezig bent. Je draagt wel een wapen, maar je gebruikt hem eigenlijk nooit. De vliegbases hebben ook altijd extra beveiliging. Kandahar was voor mij de tweede missie dat de vliegbasis in het uitzendingsgebied zelf zat.’
Dat bracht vooral een andere mindset met zich mee. ‘Voordat we naar de basis gingen waar we uiteindelijk zo’n vier maanden zouden zitten, kregen we een briefing in Minat, een plek in de buurt. Daar werd ons verteld dat er nog wel eens raketaanvallen plaatsvonden op de basis. Nou, oké, dat hebben we in ons opgenomen en we zijn verdergegaan. We waren amper geland op de basis in Kandahar of de eerste aanval was een feit. We hielden ons aan het protocol: op de grond liggen tot het sein ‘veilig’ werd gegeven en daarna weer door.’
Ze zouden vier maanden lang elke dag beschoten worden met de raketten. Volgens Harrie was dat nog het minst erge: ‘Op een gegeven moment wist je dat de aanvallen op een bepaald tijdstip zouden komen. Daar kun je je dan een beetje op voorbereiden. Maar verder weet je niks. Je weet niet waar ze terecht gaan komen. Dus alles wat je kunt doen is op de grond liggen en dekking zoeken en wachten tot het overgaat.’ Het werd een riedeltje. Tot er op één dag wel erg veel raketten werden afgevuurd. Niet veel later kwam er uit het algemene omroepsysteem de mededeling dat de basis werd aangevallen door de Taliban.
‘Daar schrik je dan toch meer van,’ legt Harrie uit. ‘Wij hadden nog nooit ons wapen getrokken. Laat staan een aanval op de basis meegemaakt. Alles wat je door zo’n omroepsysteem te weten krijgt is dat er een aanval is. Je bent met zijn allen in de opperste staat van alertheid. Je weet niet waar ze zitten of met hoeveel ze zijn. Je zoekt dekking en wacht af of er in jouw gedeelte van de basis iets gebeurt.’ Als het sein veilig wordt gegeven, komt Harrie erachter dat de 17 mannen van de Taliban niet verder zijn gekomen dan de eerste beveiligingsring. De opluchting is groot.
Leida zei: “Wat doe jij nou?"
Ook Leida is opgelucht, bleek toen Harrie eindelijk vanaf een rustige plek met thuis kon bellen. ‘De gewelddadige plek had er bij haar ingehakt. Ze had vaak in onzekerheid gezeten. Meer dan gewoonlijk, door de dagelijkse aanvallen en door het feit dat het thuisfront altijd pas later bericht krijgt over wat er is gebeurd en of tussen de gewonden toevallig jouw man zit. Partners en familie horen via het Situation Center Defensie (Sitcen) bericht te krijgen als er iets gebeurt met een partner. ‘Soms komt het nieuws over zo’n aanval sneller naar Nederland, dan ik contact met haar kon opnemen. Dat was nu ook het geval geweest.’
Harry was blij dat hij kort daarna naar huis kon. Maar hoewel Harrie vaak wel redelijk kon omschakelen naar thuis, was het nu toch iets lastiger. Hij begint grappend: ‘Ken je dat alarm op de eerste maandag van de maand? Ik kwam dus op zaterdag terug van dienst en die maandag ging dat alarm af. Ik maakte al een beweging om op de grond te gaan liggen toen Leida zei: “Wat doe jij nou? Dan merk je dat het een automatisme werd om dekking te zoeken bij het geluid van het alarm.’
Harry was blij dat hij kort daarna naar huis kon. Maar hoewel Harrie vaak wel redelijk kon omschakelen naar thuis, was het nu toch iets lastiger. Hij begint grappend: ‘Ken je dat alarm op de eerste maandag van de maand? Ik kwam dus op zaterdag terug van dienst en die maandag ging dat alarm af. Ik maakte al een beweging om op de grond te gaan liggen toen Leida zei: “Wat doe jij nou? Dan merk je dat het een automatisme werd om dekking te zoeken bij het geluid van het alarm.’
Dat sloeg toch wel op mijn emoties
Toch waren er ook flashbacks naar andere momenten die Harrie daarvoor ook nooit had meegemaakt. ‘Kandahar was ook een soort doorgang naar een basis die meer bij de frontlinie lag. Er kwamen veel jonge soldaten langs die dan na een paar dagen weer door moesten. Het gebeurde weleens dat er een paar van die jonge jongens sneuvelden. Dan werden ze teruggehaald naar Kandahar, waar er een ceremonie voor ze werd gehouden. Dat was heel indrukwekkend, wetende dat ze of een jong gezin achterlieten of hun ouders. De ceremonies werden vaak begeleid door doedelzakmuziek.
‘Eenmaal in Nederland mocht ik samen met andere jongens van mijn detachement in Utrecht een medaille ophalen voor die missie. Daar hadden ze het briljante plan opgepakt om er ‘pipers’ neer te zetten. Door de doedelzakmuziek werd ik meteen terug geslingerd naar de ceremonies in Kandahar. Dat sloeg toch wel op mijn emoties op dat moment.’
Als hij het vertelt, krijgt hij weer tranen in zijn ogen. In de missies daarvoor had hij nooit zo’n last gehad van flashbacks. ‘Leida heeft deze informatie er ook uit moeten trekken. We praten altijd wel goed over alles, maar dit zat toch dieper dan ik dacht. Ik was blij dat zij in Utrecht naast me stond en even in mijn hand kneep. Iemand die meevoelt. Die weet wat er gaande is in je hoofd op dat moment.’
Toch waren er ook flashbacks naar andere momenten die Harrie daarvoor ook nooit had meegemaakt. ‘Kandahar was ook een soort doorgang naar een basis die meer bij de frontlinie lag. Er kwamen veel jonge soldaten langs die dan na een paar dagen weer door moesten. Het gebeurde weleens dat er een paar van die jonge jongens sneuvelden. Dan werden ze teruggehaald naar Kandahar, waar er een ceremonie voor ze werd gehouden. Dat was heel indrukwekkend, wetende dat ze of een jong gezin achterlieten of hun ouders. De ceremonies werden vaak begeleid door doedelzakmuziek.
‘Eenmaal in Nederland mocht ik samen met andere jongens van mijn detachement in Utrecht een medaille ophalen voor die missie. Daar hadden ze het briljante plan opgepakt om er ‘pipers’ neer te zetten. Door de doedelzakmuziek werd ik meteen terug geslingerd naar de ceremonies in Kandahar. Dat sloeg toch wel op mijn emoties op dat moment.’
Als hij het vertelt, krijgt hij weer tranen in zijn ogen. In de missies daarvoor had hij nooit zo’n last gehad van flashbacks. ‘Leida heeft deze informatie er ook uit moeten trekken. We praten altijd wel goed over alles, maar dit zat toch dieper dan ik dacht. Ik was blij dat zij in Utrecht naast me stond en even in mijn hand kneep. Iemand die meevoelt. Die weet wat er gaande is in je hoofd op dat moment.’
‘Ik vind echt dat zij meer medailles verdient dan ik.
Zij moet alles alleen doen in de tijd dat ik weg ben.
Een kind opvoeden, het huishouden.’
Thuiskomen en wennen duurde voor Harrie nu iets langer dan gewoonlijk. Maar door de liefde en het geduld van Leida en hun zoon kon hij overgaan op wat er allemaal bij thuis zijn hoort.
‘Ik onderneem graag allerlei leuke dingen. Leuke dagjes uit met zijn drieën. Daarnaast probeer ik ook weer wat taken op me te nemen om Leida te ontlasten.’ Uit alles blijkt dat Harrie ontzettend veel respect heeft voor hoe zij het toch altijd weer in haar eentje doet. ‘Ik vind echt dat zij meer medailles verdient dan ik. Zij moet alles alleen doen in de tijd dat ik weg ben. Een kind opvoeden, het huishouden. Maar ook lastige dingen met bijvoorbeeld het huis, auto, werk, op de school van onze zoon. Noem maar op. Ze staat er alleen voor, omdat ik ver weg zit. Zij verdient een podium. En dat probeer ik haar, maar ook mijn zoon te laten merken. Dat het toch wel heel speciaal is wat ze voor mij en mijn dromen over hebben.’ Dat hij na deze missie langer in de flashbacks bleef hangen, was voor Harrie een bewustwordingsmoment. ‘Bij de luchtmacht zijn we best verwend, ik heb ook veel respect gekregen voor de landmacht. Maar juist ook nog meer voor al die mensen die thuis zitten, in afwachting van een bericht van een geliefde die aan het front zit. Je ziet nu hoe het ook kan eindigen. Dat komt binnen. Gewoonlijk denk je er toch minder over na op missie, juist omdat je buiten het missiegebied zit.’
Je bent ook man en vader
Voor Harrie was op missie gaan ook anders nadat zijn zoon werd geboren. ‘Je mist veel. Kinderen groeien zo snel. Ze veranderen zo snel. Je wilt eigenlijk niks missen. Nu heb ik gelukkig zijn mijlpalen niet gemist. Ik heb de eerste woordjes gehoord, ik heb hem zijn eerste stappen zien zetten. Ik kon naar zijn diploma-uitreiking van het middelbaar onderwijs en kan in juli ook weer bij de volgende uitreiking zijn.’ Toch baalt hij ervan dat hij dingen als zijn eigen 50e verjaardag niet heeft kunnen vieren thuis, of hun 12,5 jarig huwelijksjubileum. ‘En hoewel dat met leuke post en pakketjes of geheime inzet van familie en collega’s wordt opgelost, blijft het vervelend.’
Sinds Kandahar zijn ze thuis met zijn drieën nog meer een eenheid geworden. ‘We worden sterker en sterker. De wisselwerking wordt met de jaren beter. Want dat is het. Je bent militair ver weg, maar ook man en vader. Het is een missie op zich om dat in balans te houden, een wisselwerking tussen missiegebied en thuisfront. Een missie die altijd terugkomt en altijd draait om liefde, een gunfactor en wederzijds respect.’
‘Ik onderneem graag allerlei leuke dingen. Leuke dagjes uit met zijn drieën. Daarnaast probeer ik ook weer wat taken op me te nemen om Leida te ontlasten.’ Uit alles blijkt dat Harrie ontzettend veel respect heeft voor hoe zij het toch altijd weer in haar eentje doet. ‘Ik vind echt dat zij meer medailles verdient dan ik. Zij moet alles alleen doen in de tijd dat ik weg ben. Een kind opvoeden, het huishouden. Maar ook lastige dingen met bijvoorbeeld het huis, auto, werk, op de school van onze zoon. Noem maar op. Ze staat er alleen voor, omdat ik ver weg zit. Zij verdient een podium. En dat probeer ik haar, maar ook mijn zoon te laten merken. Dat het toch wel heel speciaal is wat ze voor mij en mijn dromen over hebben.’ Dat hij na deze missie langer in de flashbacks bleef hangen, was voor Harrie een bewustwordingsmoment. ‘Bij de luchtmacht zijn we best verwend, ik heb ook veel respect gekregen voor de landmacht. Maar juist ook nog meer voor al die mensen die thuis zitten, in afwachting van een bericht van een geliefde die aan het front zit. Je ziet nu hoe het ook kan eindigen. Dat komt binnen. Gewoonlijk denk je er toch minder over na op missie, juist omdat je buiten het missiegebied zit.’
Je bent ook man en vader
Voor Harrie was op missie gaan ook anders nadat zijn zoon werd geboren. ‘Je mist veel. Kinderen groeien zo snel. Ze veranderen zo snel. Je wilt eigenlijk niks missen. Nu heb ik gelukkig zijn mijlpalen niet gemist. Ik heb de eerste woordjes gehoord, ik heb hem zijn eerste stappen zien zetten. Ik kon naar zijn diploma-uitreiking van het middelbaar onderwijs en kan in juli ook weer bij de volgende uitreiking zijn.’ Toch baalt hij ervan dat hij dingen als zijn eigen 50e verjaardag niet heeft kunnen vieren thuis, of hun 12,5 jarig huwelijksjubileum. ‘En hoewel dat met leuke post en pakketjes of geheime inzet van familie en collega’s wordt opgelost, blijft het vervelend.’
Sinds Kandahar zijn ze thuis met zijn drieën nog meer een eenheid geworden. ‘We worden sterker en sterker. De wisselwerking wordt met de jaren beter. Want dat is het. Je bent militair ver weg, maar ook man en vader. Het is een missie op zich om dat in balans te houden, een wisselwerking tussen missiegebied en thuisfront. Een missie die altijd terugkomt en altijd draait om liefde, een gunfactor en wederzijds respect.’
Persoonlijk
Naam: Harrie Vorsteveld
Geboren: 1968
Woont in: Barger-Compascuum
Komt uit: Nieuw-Dordrecht
Missies: Amendola 2001 - ISAF Kabul 2005 - ISAF Kandahar 2010 - ISAF Masar é Sharif 2014- ATF-ME 1 Jordanië 2015 - ATF-ME 10 Jordanië 2018
Burgerlijke stand: Gehuwd met Leida
Kinderen: 1 zoon Björn
Werkt nu: Koninklijke Luchtmacht als Operational Logistic Coordinator MQ-9 (Supervisor Onderhoud) bij 306 Sqn op Vliegbasis Leeuwarden.
Verder: De liefde voor techniek én de luchtmacht heeft Harrie niet van een vreemde. Zijn vader heeft tijdens zijn dienstplicht een jaar lang in Nieuw Guinea gezeten en daar voor de luchtmacht gewerkt. Hij mocht echter van zijn ouders geen beroepsmilitair worden. ‘Mijn vader heeft altijd in de elektrotechniek gewerkt, maar heeft mij altijd gesteund met mijn dromen.’ In 2018 kreeg Harrie een
mooie verrassing toen hij op missie in Jordanië was. ‘Er zouden wat mensen langskomen, onder andere een kapitein van Veteranenzaken CLSK die zelf nog nooit op missie was geweest. Ik had dat zelf geïnitieerd. Ik gunde het die man dat hij ook een keer zo’n missie meemaakte. Dus toen hij en onze Generaal van de Luchtmacht uit het vliegtuig waren, dacht ik: we kunnen verder. Maar de kapitein bleef maar staan en zeggen dat het vliegtuig toch wel mooi was. Uit een ooghoek zag ik een schim. Ik moest twee keer kijken en zag dat het mijn vader was. Ze hadden hem als verrassing meegebracht. Om hem als oud-luchtmachter te laten zien hoe alles nu ging. Ik vond het geweldig om hem mijn werkplek te laten zien. Het was een van de mooiste en emotioneelste momenten binnen de luchtmacht tot nu toe. Om dat met hem mee te mogen maken, al was het maar 24 uur.’
Geboren: 1968
Woont in: Barger-Compascuum
Komt uit: Nieuw-Dordrecht
Missies: Amendola 2001 - ISAF Kabul 2005 - ISAF Kandahar 2010 - ISAF Masar é Sharif 2014- ATF-ME 1 Jordanië 2015 - ATF-ME 10 Jordanië 2018
Burgerlijke stand: Gehuwd met Leida
Kinderen: 1 zoon Björn
Werkt nu: Koninklijke Luchtmacht als Operational Logistic Coordinator MQ-9 (Supervisor Onderhoud) bij 306 Sqn op Vliegbasis Leeuwarden.
Verder: De liefde voor techniek én de luchtmacht heeft Harrie niet van een vreemde. Zijn vader heeft tijdens zijn dienstplicht een jaar lang in Nieuw Guinea gezeten en daar voor de luchtmacht gewerkt. Hij mocht echter van zijn ouders geen beroepsmilitair worden. ‘Mijn vader heeft altijd in de elektrotechniek gewerkt, maar heeft mij altijd gesteund met mijn dromen.’ In 2018 kreeg Harrie een
mooie verrassing toen hij op missie in Jordanië was. ‘Er zouden wat mensen langskomen, onder andere een kapitein van Veteranenzaken CLSK die zelf nog nooit op missie was geweest. Ik had dat zelf geïnitieerd. Ik gunde het die man dat hij ook een keer zo’n missie meemaakte. Dus toen hij en onze Generaal van de Luchtmacht uit het vliegtuig waren, dacht ik: we kunnen verder. Maar de kapitein bleef maar staan en zeggen dat het vliegtuig toch wel mooi was. Uit een ooghoek zag ik een schim. Ik moest twee keer kijken en zag dat het mijn vader was. Ze hadden hem als verrassing meegebracht. Om hem als oud-luchtmachter te laten zien hoe alles nu ging. Ik vond het geweldig om hem mijn werkplek te laten zien. Het was een van de mooiste en emotioneelste momenten binnen de luchtmacht tot nu toe. Om dat met hem mee te mogen maken, al was het maar 24 uur.’