Interview: Marlies Rothoff
“13 maart 2018. Toen kwam ik er pas achter hoe vaak ik door het oog van de naald ben gekropen. Alle puzzelstukjes vielen toen samen. Alle keren dat ik ternauwernood een missie overleefde en doorging terwijl het risico op doodgaan ontzettend hoog was. Maar ook alles wat er überhaupt toe leidde dat ik bij het leger ging. En hoe dat alles in elkaar paste.” Rico Briedjal vertelt bijna terloops over zijn hartaanval op die datum. Twee jaar later is hij helemaal genezen van een hart dat letterlijk voor 70 procent zwart was geworden.
Die hartaanval kwam mede door 21 jaar piekstress, vertelt hij nu. “Door het constante ‘aan staan’ en op de toppen van je kunnen presteren bij elite-eenheden van Defensie, Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Politie.” Met een grote dosis doorzettingsvermogen en ‘purpose’ is hij nu genezen. Precies deze ingrediënten zorgden er destijds voor dat hij bij de elite-eenheden terechtkwam. En het zijn ook de thema’s die hij nog iedere dag centraal stelt voor zijn cliënten. Hij coacht nu teams, werknemers en werkgevers, om teamwork efficiënter en beter te maken.
Het beste van het beste
Als je Rico zo ziet, zou je niet zeggen dat hij een hartaanval heeft gehad of last heeft van stress. Hij ziet er fit uit en vertelt opgewekt en met passie over zijn leven en over Defensie. Hoewel dat leven niet altijd over rozen ging. Hij werd opgevoed in Den Haag door een strenge Surinaamse vader en oma en een moeder die naar zijn mening dan weer te lief was. Hij hield er de overtuiging aan over dat hij het anders wilde. Nadat zijn vader werkloos werd, beloofde hij zichzelf dat hij altijd voor het beste van het beste zou gaan. En daar alles voor zou geven.
“Dat begon al heel vroeg. Ik heb op hoog niveau gevoetbald bij ADO toen ik een jaar of 15 was. Ik droomde ervan om profvoetballer te worden, maar ik had niet genoeg talent. Ik zette me voor 400 procent in, maar het was niet genoeg. Ik kon niet verder met voetbal. En wat moet je dan? Mijn school had ik verpest doordat ik al mijn aandacht op een voetbalcarrière had gericht.”
Op een dag kwam zijn moeder met een folder van de Koninklijke Marechaussee aanzetten. “Mijn eerste reactie was: ‘Ik ga écht niet op een paard zitten.’” Even later zag hij echter het inlegvel. Een aanmeldingsformulier voor de speciale eenheden. Dát sprak hem dan weer wel aan. “Dat was het beste van de KMar.”
Het beste van het beste
Als je Rico zo ziet, zou je niet zeggen dat hij een hartaanval heeft gehad of last heeft van stress. Hij ziet er fit uit en vertelt opgewekt en met passie over zijn leven en over Defensie. Hoewel dat leven niet altijd over rozen ging. Hij werd opgevoed in Den Haag door een strenge Surinaamse vader en oma en een moeder die naar zijn mening dan weer te lief was. Hij hield er de overtuiging aan over dat hij het anders wilde. Nadat zijn vader werkloos werd, beloofde hij zichzelf dat hij altijd voor het beste van het beste zou gaan. En daar alles voor zou geven.
“Dat begon al heel vroeg. Ik heb op hoog niveau gevoetbald bij ADO toen ik een jaar of 15 was. Ik droomde ervan om profvoetballer te worden, maar ik had niet genoeg talent. Ik zette me voor 400 procent in, maar het was niet genoeg. Ik kon niet verder met voetbal. En wat moet je dan? Mijn school had ik verpest doordat ik al mijn aandacht op een voetbalcarrière had gericht.”
Op een dag kwam zijn moeder met een folder van de Koninklijke Marechaussee aanzetten. “Mijn eerste reactie was: ‘Ik ga écht niet op een paard zitten.’” Even later zag hij echter het inlegvel. Een aanmeldingsformulier voor de speciale eenheden. Dát sprak hem dan weer wel aan. “Dat was het beste van de KMar.”
“Per stap word je meer de persoon die je tijdens een missie bent.
Je focus gaat omhoog.”
Wat hem binnen de opleiding geleerd werd en wat hem tot op de dag van vandaag fascineert, was onder andere hoe je als één organisme werkt met je team. “Het maakte niet uit hoe gevaarlijk het was. Je wist dat je van deze mensen op aan kon. Het hoefden geen vrienden van je te zijn, je hoefde ze ook niet te mogen. Maar je wist: als dat vest aangaat, opereer je op het niveau van het team.” Het vest licht hij toe: “We hadden altijd een kogelwerend vest om met alles wat we nodig hadden. Dus dat vest ging om, wapens werden gecheckt, wapens werden schoongemaakt, wapens werden geholsterd. Per stap word je meer de persoon die je tijdens een missie bent. Je focus gaat omhoog en je komt in een modus waarin je constant met volgende stappen bezig bent.” Tijdens die laatste zin maakt hij een gebaar alsof hij een masker opzet.
Wazige plekken, wazige tijdstippen, wazige mensen
Zo begint ook die ene missie, die hij nog steeds als voorbeeld gebruikt in zijn trainingen over high performance teaming voor verschillende bedrijven. “Mensen denken dat teamwork gaat om snelheid en dat op die manier een team tot een grote hoogte kan worden gebracht. Kijk bijvoorbeeld naar de bandenwissel van het Redbull team. Die gaat binnen 1.86 seconden. Dan vertel ik dat ik de langste bandenwissel ooit op mijn naam heb staan. Maar dat daarin teamwork wel tot het uiterste werd getest.”
Die langste bandenwissel vond plaats in het Irak van 2003. Rico zat daar met zijn eenheid om een diplomaat te beschermen die onderhandelingsgesprekken moest voeren ‘op wazige plekken, op wazige tijdstippen en met wazige mensen’. Ze moesten ervoor zorgen dat de diplomaat niks overkwam en hij zijn werk normaal kon doen. “Als er iets zou gebeuren of er zou iets misgaan, waren wij zijn laatste schild.”
Met die taak zaten ze midden in de woestijn en daarbij midden in vijandig gebied van religieus leider Al Saddr, die opriep om iedere buitenlandse soldaat te vermoorden. Die boodschap werd kracht bijgezet door de eerste breed verspreide video waarop een onthoofding te zien was.
Wazige plekken, wazige tijdstippen, wazige mensen
Zo begint ook die ene missie, die hij nog steeds als voorbeeld gebruikt in zijn trainingen over high performance teaming voor verschillende bedrijven. “Mensen denken dat teamwork gaat om snelheid en dat op die manier een team tot een grote hoogte kan worden gebracht. Kijk bijvoorbeeld naar de bandenwissel van het Redbull team. Die gaat binnen 1.86 seconden. Dan vertel ik dat ik de langste bandenwissel ooit op mijn naam heb staan. Maar dat daarin teamwork wel tot het uiterste werd getest.”
Die langste bandenwissel vond plaats in het Irak van 2003. Rico zat daar met zijn eenheid om een diplomaat te beschermen die onderhandelingsgesprekken moest voeren ‘op wazige plekken, op wazige tijdstippen en met wazige mensen’. Ze moesten ervoor zorgen dat de diplomaat niks overkwam en hij zijn werk normaal kon doen. “Als er iets zou gebeuren of er zou iets misgaan, waren wij zijn laatste schild.”
Met die taak zaten ze midden in de woestijn en daarbij midden in vijandig gebied van religieus leider Al Saddr, die opriep om iedere buitenlandse soldaat te vermoorden. Die boodschap werd kracht bijgezet door de eerste breed verspreide video waarop een onthoofding te zien was.
“We waren in onze hoogste staat van focus, waar de grens van instinctief reageren en rationeel denken en uitvoeren heel erg dun is”.
“Met die beelden in ons achterhoofd begonnen we aan de missie die ons was toegewezen. Onze diplomaat begeleiden naar één van de warlords in dat gebied. We gingen met twee auto’s. Allebei gepantserd. We hadden een hoeveelheid wapens bij ons waarmee we een kleine oorlog zouden kunnen beginnen.
Na vier uur rijden reden we twee banden van één auto lek. En we hadden geen goede reservebanden mee. Binnen heel korte tijd werd door onze teamleider besloten dat er een groep van drie bij de lek-gereden auto bleef en dat er drie man met de diplomaat naar de vorige post zouden terugrijden voor nieuwe banden. Zo gebeurde het.”
Ze stonden er alleen voor
Rico vertelt er expliciet bij dat het een low ops-dag was. “Een soort zondag. Er werken dan weinig mensen en er zitten weinig mensen op hun plek. Dat betekent dus dat het langer ging duren dan gewoonlijk.” Terwijl zijn collega’s terugreden, bleef hij met de twee anderen bij de auto. Ze zetten hem tactisch neer, voor zover dat kon. Ze stonden midden in de woestijn, op een weg tussen twee dorpen in. Ze zetten de deuren open en legden alle wapens strategisch neer. Voor het geval ze aangevallen werden. Ook deelden ze de zones rondom de auto in. Ieder had zijn eigen gebied om in de gaten te houden en te beschermen. Al snel kwamen ze erachter dat er slecht bereik was. Daardoor raakten ze steeds verder verwijderd van de rest van hun team of een andere optie voor hulp. Ze stonden er alleen voor.
“Stilstaan was voor onze eenheid het grootste gevaar. Stilstaan was dodelijk, want dan ben je makkelijk te traceren voor je vijand. En ook nog makkelijk te overmeesteren. Dus we waren in onze hoogste staat van focus, waar de grens van instinctief reageren en rationeel denken en uitvoeren heel erg dun is. Je moet soms tegen je eigen instinct ingaan op zo’n moment.”
Ze maakten scenario’s. ‘Wat als ze schieten?’ ‘Wie schiet er eerst? Wij of zij?’ ‘Wat als ze een granaat gooien?’ ‘Vluchten we of vechten we tot onze eigen dood?’ En het minst logische scenario: ‘Wat als er niks gebeurt?’
Na vier uur rijden reden we twee banden van één auto lek. En we hadden geen goede reservebanden mee. Binnen heel korte tijd werd door onze teamleider besloten dat er een groep van drie bij de lek-gereden auto bleef en dat er drie man met de diplomaat naar de vorige post zouden terugrijden voor nieuwe banden. Zo gebeurde het.”
Ze stonden er alleen voor
Rico vertelt er expliciet bij dat het een low ops-dag was. “Een soort zondag. Er werken dan weinig mensen en er zitten weinig mensen op hun plek. Dat betekent dus dat het langer ging duren dan gewoonlijk.” Terwijl zijn collega’s terugreden, bleef hij met de twee anderen bij de auto. Ze zetten hem tactisch neer, voor zover dat kon. Ze stonden midden in de woestijn, op een weg tussen twee dorpen in. Ze zetten de deuren open en legden alle wapens strategisch neer. Voor het geval ze aangevallen werden. Ook deelden ze de zones rondom de auto in. Ieder had zijn eigen gebied om in de gaten te houden en te beschermen. Al snel kwamen ze erachter dat er slecht bereik was. Daardoor raakten ze steeds verder verwijderd van de rest van hun team of een andere optie voor hulp. Ze stonden er alleen voor.
“Stilstaan was voor onze eenheid het grootste gevaar. Stilstaan was dodelijk, want dan ben je makkelijk te traceren voor je vijand. En ook nog makkelijk te overmeesteren. Dus we waren in onze hoogste staat van focus, waar de grens van instinctief reageren en rationeel denken en uitvoeren heel erg dun is. Je moet soms tegen je eigen instinct ingaan op zo’n moment.”
Ze maakten scenario’s. ‘Wat als ze schieten?’ ‘Wie schiet er eerst? Wij of zij?’ ‘Wat als ze een granaat gooien?’ ‘Vluchten we of vechten we tot onze eigen dood?’ En het minst logische scenario: ‘Wat als er niks gebeurt?’
Bijna iedereen is verdacht
Zo stonden ze te wachten tot de andere auto terug zou komen. In de tussentijd kwamen er veel mensen langs. “Dat is in principe geen probleem. Natuurlijk, veel mensen remden af om vervolgens rustig door te rijden. Of om ons voorbij te lopen. Maar dan moet je altijd de vraag in je achterhoofd houden: nu weten ze dat wij er zijn, wat als ze terugkomen? Wat als ze mensen meenemen? Wat als ze ons verlinken bij de rebellen? Want hoewel deze mensen ook veel familie en vrienden verloren aan geweld van rivaliserende rebellen, ze zullen altijd kiezen voor hun eigen mensen. In die zin is eigenlijk bijna iedereen verdacht.”
“Het moment dat wij de grootste dreiging voelden was toen er een bus stopte op zo’n 150 meter afstand. We zagen dat een aantal mannen uitstapten. Ze bleven achter de bus staan en bleven overleggen. We zagen onder de bus de lopen van vuurwapens. Op dat moment bewogen ze zich richting ons. We hebben alle drie met opgeheven loop daar gestaan en zijn uiteindelijk gaan schreeuwen. Bij alle drie was onze vrije slag al helemaal ingedrukt. Op een gegeven moment liepen de mannen terug. De bus bleef nog tien minuten staan. Maar er gebeurde niks. Ze reden uiteindelijk weg. Wij denken dat onze agressie hen deed twijfelen.”
Zo stonden ze te wachten tot de andere auto terug zou komen. In de tussentijd kwamen er veel mensen langs. “Dat is in principe geen probleem. Natuurlijk, veel mensen remden af om vervolgens rustig door te rijden. Of om ons voorbij te lopen. Maar dan moet je altijd de vraag in je achterhoofd houden: nu weten ze dat wij er zijn, wat als ze terugkomen? Wat als ze mensen meenemen? Wat als ze ons verlinken bij de rebellen? Want hoewel deze mensen ook veel familie en vrienden verloren aan geweld van rivaliserende rebellen, ze zullen altijd kiezen voor hun eigen mensen. In die zin is eigenlijk bijna iedereen verdacht.”
“Het moment dat wij de grootste dreiging voelden was toen er een bus stopte op zo’n 150 meter afstand. We zagen dat een aantal mannen uitstapten. Ze bleven achter de bus staan en bleven overleggen. We zagen onder de bus de lopen van vuurwapens. Op dat moment bewogen ze zich richting ons. We hebben alle drie met opgeheven loop daar gestaan en zijn uiteindelijk gaan schreeuwen. Bij alle drie was onze vrije slag al helemaal ingedrukt. Op een gegeven moment liepen de mannen terug. De bus bleef nog tien minuten staan. Maar er gebeurde niks. Ze reden uiteindelijk weg. Wij denken dat onze agressie hen deed twijfelen.”
“Amerikanen gebruikten eerder geweld dan wij deden. Als dat zou gebeuren, zou de situatie alsnog in dat laatste uur kunnen escaleren tot een kleine oorlog.”
Na een uur of vijf wachten, hoorden ze de radio kraken. Het was de andere helft van hun eenheid, ze waren alweer een eind onderweg. Met reservebanden. Het zou nog bijna een uur duren voordat ze zouden komen.
“In dat uur kwam er nog een team Amerikaanse militairen langs die pontificaal de weg afzette en vroegen of ze ons konden helpen. Dat hebben we vriendelijk afgeslagen, aangezien de Amerikanen eerder als bedreiging werden gezien dan wij als Nederlanders. Amerikanen gebruikten eerder geweld dan wij deden. Als dat zou gebeuren, zou de situatie alsnog in dat laatste uur kunnen escaleren tot een kleine oorlog.”
We kozen ervoor om het niet te doen
Toen de rest van de eenheid terugkwam bleek dus de minst logische uitkomst werkelijkheid. Er gebeurde niks. “En juist daarom vertel ik nog steeds over deze missie. Over deze bandenwissel, die eigenlijk nog steeds gaande is, omdat ik het overdraag aan de mensen die ik coach.
Als militaire eenheid ben je gewend om geweld in te zetten als het nodig is. Je wilt het niet, maar je kunt het wel. Het ding van deze missie was: we hadden op meerdere momenten kunnen overgaan tot geweld. Op dat moment met die bus, hadden we kunnen schieten. Maar we kozen ervoor om het niet te doen. En daar kozen we met zijn allen voor. Op dat moment wisten we ook van elkaar dat we zouden blijven vechten tot we zelf dood zouden gaan. Het niet inzetten van geweld vroeg om een ander level van teamwork. Een level dat ik mensen op de werkvloer nu graag meegeef. Ook de andere normen en waarden als doorzettingsvermogen en ‘aanpakken’ neem ik graag mee.
Ik ben defensie nog iedere dag dankbaar voor de dingen die ik heb geleerd. Het heeft me gemaakt tot wie ik ben en ik ben trots op de missies die ik heb mogen meemaken. Ondanks die hartaanval, die werd opgebouwd met alle momenten dat ik me in levensgevaar begaf. Dat ik mijn hoogste focus voor mijn eigen instinct stelde. De missie ging vóór mezelf. Daar heb ik intussen van geleerd. Ik heb geleerd dat die houding, de voortdurende piekstress, uit een bewijs- en prestatiedrang kwam die ik mezelf in mijn jeugd had aangeleerd. Nu leer ik mijn eigen kinderen dat hun eigen visie ook belangrijk is. Dat je je voor die visie moet inzitten. Volle bak. Maar dat je ook aan jezelf als mens moet denken.”
“In dat uur kwam er nog een team Amerikaanse militairen langs die pontificaal de weg afzette en vroegen of ze ons konden helpen. Dat hebben we vriendelijk afgeslagen, aangezien de Amerikanen eerder als bedreiging werden gezien dan wij als Nederlanders. Amerikanen gebruikten eerder geweld dan wij deden. Als dat zou gebeuren, zou de situatie alsnog in dat laatste uur kunnen escaleren tot een kleine oorlog.”
We kozen ervoor om het niet te doen
Toen de rest van de eenheid terugkwam bleek dus de minst logische uitkomst werkelijkheid. Er gebeurde niks. “En juist daarom vertel ik nog steeds over deze missie. Over deze bandenwissel, die eigenlijk nog steeds gaande is, omdat ik het overdraag aan de mensen die ik coach.
Als militaire eenheid ben je gewend om geweld in te zetten als het nodig is. Je wilt het niet, maar je kunt het wel. Het ding van deze missie was: we hadden op meerdere momenten kunnen overgaan tot geweld. Op dat moment met die bus, hadden we kunnen schieten. Maar we kozen ervoor om het niet te doen. En daar kozen we met zijn allen voor. Op dat moment wisten we ook van elkaar dat we zouden blijven vechten tot we zelf dood zouden gaan. Het niet inzetten van geweld vroeg om een ander level van teamwork. Een level dat ik mensen op de werkvloer nu graag meegeef. Ook de andere normen en waarden als doorzettingsvermogen en ‘aanpakken’ neem ik graag mee.
Ik ben defensie nog iedere dag dankbaar voor de dingen die ik heb geleerd. Het heeft me gemaakt tot wie ik ben en ik ben trots op de missies die ik heb mogen meemaken. Ondanks die hartaanval, die werd opgebouwd met alle momenten dat ik me in levensgevaar begaf. Dat ik mijn hoogste focus voor mijn eigen instinct stelde. De missie ging vóór mezelf. Daar heb ik intussen van geleerd. Ik heb geleerd dat die houding, de voortdurende piekstress, uit een bewijs- en prestatiedrang kwam die ik mezelf in mijn jeugd had aangeleerd. Nu leer ik mijn eigen kinderen dat hun eigen visie ook belangrijk is. Dat je je voor die visie moet inzitten. Volle bak. Maar dat je ook aan jezelf als mens moet denken.”