Interview: Marlies Rothoff
‘Ik moest in 2004 halsoverkop naar huis, omdat het niet goed ging met mijn vrouw. Ik zat op dat moment in Irak, we waren twee maanden onderweg toen ik het bericht kreeg. Het voelde dubbel om weg te gaan. Maar ik ben nog iedere dag blij dat ik het heb gedaan.’
Stefan Markvoort (43) kwam er op een vrij heftige manier achter hoe belangrijk de goede balans tussen het thuisfront en het werken in een missiegebied is. ‘Als het thuis niet lekker gaat, zie je dat terug in het werk wat je moet afleveren. Je verliest focus. Dat kan niet bij Defensie, gewoonweg omdat focusverlies de missie in de weg staat.’ Inmiddels gaat alles weer goed thuis, maar dat heeft sinds 2004 wel wat voeten in de aarde gehad. Stefan noemt het de missie waar hij als mens het meest van heeft geleerd.
‘Ook toen ik alweer thuis was ging het op een gegeven moment zo slecht met mijn vrouw, dat ik ter sprake heb gebracht om dan maar te stoppen bij Defensie. Ik dacht dat dat de manier was om er meer te kunnen zijn voor mijn thuisfront.’
‘Ook toen ik alweer thuis was ging het op een gegeven moment zo slecht met mijn vrouw, dat ik ter sprake heb gebracht om dan maar te stoppen bij Defensie. Ik dacht dat dat de manier was om er meer te kunnen zijn voor mijn thuisfront.’
‘Dat beeld veranderde mijn levensinstelling.’
Voor Stefan is dat voorstel heel wat. Al van jongs af aan wist hij dat hij bij Defensie wilde. Alles in zijn middelbare schoolperiode stond dan ook in het teken van bij het leger komen. Eigenlijk wilde hij via de havo doorstromen naar een officiersopleiding. Dat ging niet door, omdat de opleiding werd stilgezet. Toch bleef het kriebelen en na een bezoek aan de banenwinkel van de landmacht solliciteerde hij opnieuw. ‘Ik heb op dat moment besloten om te solliciteren als manschap in plaats van als officier.
Ik had met mijn HAVO geen technische achtergrond, maar ik werkte op dat moment tijdelijke bij een kartbaan waar ik ook veel sleutelde. De persoon bij wie ik solliciteerde merkte die baan op en haalde me over om als monteur wielvoertuigen te solliciteren. Als ik binnen was, zou ik bij Defensie wel de bijbehorende technische opleiding kunnen volgen. Dat leek me wel wat. Zo begon ik na mijn basisopleiding als monteur in een werkplaats op de kazerne in Seedorf (Duitsland). Dit was mijn weg naar binnen. Al vrij snel nadat ik in Seedorf terecht kwam werd duidelijk dat mijn eenheid naar Kosovo zou gaan. Eind 1999 ging ik daar ook écht heen.’
Een mobieltje mee van Defensie
Terwijl Stefan aan zijn militaire carrière begon, begon ook de verkering met Natasja die nu zijn vrouw is. ‘Ik kende haar eigenlijk al vanaf mijn tiener jaren. We waren eerst goed bevriend en toen bleken we meer voor elkaar te voelen. Al vrij vroeg in de verkering gingen we samenwonen. Zo maakte ze ook mee dat ik voor het eerst op missie ging. Dat was toen, in 1999 heel anders dan nu. Je had niet zo veel communicatiemiddelen. Wel hadden we tijdens de missie de luxe dat we een mobieltje meekregen van Defensie, een probeersel. Er stond een GSM-mast op het kamp met daarop een beperkt aantal lijnen. Je moest vaak lang proberen om ertussen te komen voor een gesprekje met thuis, maar het was voor die tijd een luxe. Verder bestond het contact vooral uit het sturen van brieven en kaarten.’ Toch ging dat best goed. Natasja wist hoe belangrijk Defensie was voor Stefan. En Stefan had de tijd van zijn leven. Die eerste missie veranderde hem ook al als mens.
‘Kosovo zette me aan het denken. Eén beeld zal ik nooit vergeten: we reden door een totaal kapotgeschoten dorp. Daar zat een man voor de resten van wat denk ik zijn huis geweest moet zijn. Hij was treurig. En op het puin speelden kinderen. Die gaven het geheel iets vrolijks, maar dat beeld veranderde mijn levensinstelling. Ik werd er iets harder door. Vóór de missie liet ik nog wel eens over me heenlopen. Dan zei ik ‘ja’ op alles en besteedde veel tijd aan klussen zonder daar veel voor terug te krijgen. Ik koos er vanaf dat moment voor om de mensen die er écht toe deden voor te laten gaan. Natasja was uiteraard één van hen.’
Ik had met mijn HAVO geen technische achtergrond, maar ik werkte op dat moment tijdelijke bij een kartbaan waar ik ook veel sleutelde. De persoon bij wie ik solliciteerde merkte die baan op en haalde me over om als monteur wielvoertuigen te solliciteren. Als ik binnen was, zou ik bij Defensie wel de bijbehorende technische opleiding kunnen volgen. Dat leek me wel wat. Zo begon ik na mijn basisopleiding als monteur in een werkplaats op de kazerne in Seedorf (Duitsland). Dit was mijn weg naar binnen. Al vrij snel nadat ik in Seedorf terecht kwam werd duidelijk dat mijn eenheid naar Kosovo zou gaan. Eind 1999 ging ik daar ook écht heen.’
Een mobieltje mee van Defensie
Terwijl Stefan aan zijn militaire carrière begon, begon ook de verkering met Natasja die nu zijn vrouw is. ‘Ik kende haar eigenlijk al vanaf mijn tiener jaren. We waren eerst goed bevriend en toen bleken we meer voor elkaar te voelen. Al vrij vroeg in de verkering gingen we samenwonen. Zo maakte ze ook mee dat ik voor het eerst op missie ging. Dat was toen, in 1999 heel anders dan nu. Je had niet zo veel communicatiemiddelen. Wel hadden we tijdens de missie de luxe dat we een mobieltje meekregen van Defensie, een probeersel. Er stond een GSM-mast op het kamp met daarop een beperkt aantal lijnen. Je moest vaak lang proberen om ertussen te komen voor een gesprekje met thuis, maar het was voor die tijd een luxe. Verder bestond het contact vooral uit het sturen van brieven en kaarten.’ Toch ging dat best goed. Natasja wist hoe belangrijk Defensie was voor Stefan. En Stefan had de tijd van zijn leven. Die eerste missie veranderde hem ook al als mens.
‘Kosovo zette me aan het denken. Eén beeld zal ik nooit vergeten: we reden door een totaal kapotgeschoten dorp. Daar zat een man voor de resten van wat denk ik zijn huis geweest moet zijn. Hij was treurig. En op het puin speelden kinderen. Die gaven het geheel iets vrolijks, maar dat beeld veranderde mijn levensinstelling. Ik werd er iets harder door. Vóór de missie liet ik nog wel eens over me heenlopen. Dan zei ik ‘ja’ op alles en besteedde veel tijd aan klussen zonder daar veel voor terug te krijgen. Ik koos er vanaf dat moment voor om de mensen die er écht toe deden voor te laten gaan. Natasja was uiteraard één van hen.’
‘Toen ze belde en vertelde dat het niet goed ging,
wist ik dat het menens was.’
Als snel besloten hij en Natasja te trouwen. Binnen een jaar kregen ze hun eerste kindje, zoon Len. ‘Toen begonnen eigenlijk de moeilijkheden thuis. Met zo’n kleintje in je armen ga je natuurlijk nadenken over hoe je de dingen wel en niet wilt doen als ouders. Natasja ging op dat moment ook terugkijken op haar eigen jeugd, die niet altijd prettig was. De herinneringen waren confronterend voor haar en al snel bleek ze PTSS te hebben. Dat is heel wat als je net moeder bent. En dan kwam ik ook nog eens op de rol om mee te gaan naar Irak.’
Dat hij naar Irak moest, kwam vrij plotseling. Stefan twijfelde of hij wel kon gaan. Vlak voor vertrek, toen het weer beter leek te gaan met Natasja, vroeg hij na bij haarzelf en bij haar psycholoog of het wel ok was voor zijn thuisfront om te vertrekken. Zowel Natasja als de psycholoog vonden op dat moment dat het goed ging en dat hij zonder zorgen naar Irak kon vertrekken.
Binnen 48 uur terug in Nederland
Maar binnen twee maanden nam zijn moeder contact met hem op. ‘Ik had mijn moeder gevraagd om op Natasja te letten. Ik weet dat ik mijn moeder altijd kan vertrouwen en dat ze zegt waar het op staat. Dus toen ze belde en vertelde dat het niet goed ging, wist ik dat het menens was. Ze ging het SITCEN (Situatie Centrum) voor het thuisfront inschakelen om de situatie te laten bekijken bij mij thuis. Kort na het bezoek van een aantal specialisten vanuit het SITCEN bij Natasja werd mijn commandant gebeld dat het inderdaad niet goed ging. Het ging zo slecht met Natasja dat de enige optie op dat moment was dat ik naar huis zou komen. Ik had geen keus. Binnen 48 uur was ik terug in Nederland.’
Hij schrok van wat hij aantrof. Natasja had alleen nog maar voor hun zoontje gezorgd. Niet voor zichzelf. Stefan stak meteen de handen uit de mouwen en begon voor allebei te zorgen. ‘Toen zij er zo erg aan toe was heb ik me echt afgevraagd of ik wel bij Defensie moest blijven. Ik wilde haar niet kwijt. Na een paar maanden ging het iets beter met haar en heb ik haar voorgelegd dat ik ook buiten het leger kon werken als dat nodig was.’ Hij glimlacht als hij erover vertelt. ‘Ze zei dat ik een groen hart had en dat dat er niet zomaar uit ging. Ze wilde het niet op haar geweten hebben om mij van mijn passie te weerhouden. Ik ben toen wel gaan kijken naar functies in Nederland. Zodat ik meer in de buurt was, voor het geval dat.’
Dat hij naar Irak moest, kwam vrij plotseling. Stefan twijfelde of hij wel kon gaan. Vlak voor vertrek, toen het weer beter leek te gaan met Natasja, vroeg hij na bij haarzelf en bij haar psycholoog of het wel ok was voor zijn thuisfront om te vertrekken. Zowel Natasja als de psycholoog vonden op dat moment dat het goed ging en dat hij zonder zorgen naar Irak kon vertrekken.
Binnen 48 uur terug in Nederland
Maar binnen twee maanden nam zijn moeder contact met hem op. ‘Ik had mijn moeder gevraagd om op Natasja te letten. Ik weet dat ik mijn moeder altijd kan vertrouwen en dat ze zegt waar het op staat. Dus toen ze belde en vertelde dat het niet goed ging, wist ik dat het menens was. Ze ging het SITCEN (Situatie Centrum) voor het thuisfront inschakelen om de situatie te laten bekijken bij mij thuis. Kort na het bezoek van een aantal specialisten vanuit het SITCEN bij Natasja werd mijn commandant gebeld dat het inderdaad niet goed ging. Het ging zo slecht met Natasja dat de enige optie op dat moment was dat ik naar huis zou komen. Ik had geen keus. Binnen 48 uur was ik terug in Nederland.’
Hij schrok van wat hij aantrof. Natasja had alleen nog maar voor hun zoontje gezorgd. Niet voor zichzelf. Stefan stak meteen de handen uit de mouwen en begon voor allebei te zorgen. ‘Toen zij er zo erg aan toe was heb ik me echt afgevraagd of ik wel bij Defensie moest blijven. Ik wilde haar niet kwijt. Na een paar maanden ging het iets beter met haar en heb ik haar voorgelegd dat ik ook buiten het leger kon werken als dat nodig was.’ Hij glimlacht als hij erover vertelt. ‘Ze zei dat ik een groen hart had en dat dat er niet zomaar uit ging. Ze wilde het niet op haar geweten hebben om mij van mijn passie te weerhouden. Ik ben toen wel gaan kijken naar functies in Nederland. Zodat ik meer in de buurt was, voor het geval dat.’
‘Ik gebruikte als smoes dat de verbindingen er regelmatig uitlagen door werkzaamheden.’
Pas in 2007 ging hij weer op missie. Naar Afghanistan. Toen had hij ook begrepen welke impact op hen beiden het terugkeren van zijn missie in 2004 had. Natasja en hij waren ontzettend sterk geworden. ‘In 2007 was net onze dochter geboren. Met Natasja ging alles goed, maar toch had ik wel in mijn hoofd wat er de vorige keer gebeurde, dus ik ging wel bezorgd weg.
Aangekomen in Afghanistan moest ik meteen schakelen. Defensie had me van tevoren verteld dat mijn werkzaamheden hoofdzakelijk op de basis zouden zijn. Maar vlak na aankomst kreeg ik te horen dat ik met mijn chauffeurs was aangewezen om een transport uit te voeren naar een locatie buiten die basis. In Talibangebied. We moesten munitie en andere spullen brengen naar Amerikaanse troepen die op een vooruitgeschoven post zaten. Dat is een post die het gebied moet verkennen. Ik ben dat gaan doen, maar ik dat heb ik niet verteld aan Natasja. Ik wilde haar niet ongerust maken. Ik gebruikte als smoes dat de verbindingen naar Nederland er regelmatig door werkzaamheden uitlagen en dat ik wel weer contact op zou nemen als het weer zou werken. Dat verhaal heb ik weken, misschien wel maanden volgehouden. Zo hoopte ik dat Natasja de missie beter zou doorstaan. Dat ging natuurlijk niet meer toen we een Amerikaanse onderscheiding kregen voor onze werkzaamheden in dat gebied. Dat werd bekend gemaakt via de defensiekrant, die tijdens missie ook naar het thuisfont ging. Toen moest ik wel aan thuis vertellen dat ik behoorlijk riskant werk had gedaan. Ik heb het wel eerst aan mijn moeder verteld en die bracht het over aan Natasja. We hebben er later samen nog om gelachen, omdat het getuigt van de eigenwijsheid die we allebei hebben.’
Aangekomen in Afghanistan moest ik meteen schakelen. Defensie had me van tevoren verteld dat mijn werkzaamheden hoofdzakelijk op de basis zouden zijn. Maar vlak na aankomst kreeg ik te horen dat ik met mijn chauffeurs was aangewezen om een transport uit te voeren naar een locatie buiten die basis. In Talibangebied. We moesten munitie en andere spullen brengen naar Amerikaanse troepen die op een vooruitgeschoven post zaten. Dat is een post die het gebied moet verkennen. Ik ben dat gaan doen, maar ik dat heb ik niet verteld aan Natasja. Ik wilde haar niet ongerust maken. Ik gebruikte als smoes dat de verbindingen naar Nederland er regelmatig door werkzaamheden uitlagen en dat ik wel weer contact op zou nemen als het weer zou werken. Dat verhaal heb ik weken, misschien wel maanden volgehouden. Zo hoopte ik dat Natasja de missie beter zou doorstaan. Dat ging natuurlijk niet meer toen we een Amerikaanse onderscheiding kregen voor onze werkzaamheden in dat gebied. Dat werd bekend gemaakt via de defensiekrant, die tijdens missie ook naar het thuisfont ging. Toen moest ik wel aan thuis vertellen dat ik behoorlijk riskant werk had gedaan. Ik heb het wel eerst aan mijn moeder verteld en die bracht het over aan Natasja. We hebben er later samen nog om gelachen, omdat het getuigt van de eigenwijsheid die we allebei hebben.’
Kwetsbaar evenwicht
En juist op dat moment viel voor Stefan alles op zijn plek. Hij zag hoe sterk en rustig zijn vrouw was geworden, ondanks alles wat ze had meegemaakt. Hij was trots op hoe ze omging met de kinderen en met de hele situatie. En hij kreeg veel respect voor hoe ze omging met het feit dat hij steeds maar weer weg was voor werk. ‘In de missie waar ik als militair het meest van leerde, kwam ik erachter dat ik als mens het meest geleerd had in 2004, door naar huis te gaan. Ik vond het vreselijk om mijn maatjes daar achter te laten. Maar ik moest terug, om er te zijn voor mijn vrouw. Militair en mens zijn, die dualiteit kennen veel militairen. Ook toen al bleek dat mijn maatjes het belang van het thuisfront kenden. Ze steunden me en dat doen ze nog steeds. En mijn vrouw steunt me met wat ik doe als militair. Dat is een kwetsbaar evenwicht.’
En juist op dat moment viel voor Stefan alles op zijn plek. Hij zag hoe sterk en rustig zijn vrouw was geworden, ondanks alles wat ze had meegemaakt. Hij was trots op hoe ze omging met de kinderen en met de hele situatie. En hij kreeg veel respect voor hoe ze omging met het feit dat hij steeds maar weer weg was voor werk. ‘In de missie waar ik als militair het meest van leerde, kwam ik erachter dat ik als mens het meest geleerd had in 2004, door naar huis te gaan. Ik vond het vreselijk om mijn maatjes daar achter te laten. Maar ik moest terug, om er te zijn voor mijn vrouw. Militair en mens zijn, die dualiteit kennen veel militairen. Ook toen al bleek dat mijn maatjes het belang van het thuisfront kenden. Ze steunden me en dat doen ze nog steeds. En mijn vrouw steunt me met wat ik doe als militair. Dat is een kwetsbaar evenwicht.’
‘Ik zie haar groeien in alles wat ze doet.’
Bij dat evenwicht komen nu ook de relaties met zijn bijna volwassen kinderen, die ook allebei een mening en gevoel hebben bij het werk wat hij doet. ‘Ook daarin is het telkens zoeken naar de balans van wat iedereen nodig heeft. Zo was ik in het begin van dit jaar ook een paar maanden op missie en met name mijn dochter vond dat lastig. Zij denkt over alles heel ver na en dat wil je als vader niet. Ze voelde zich vaak eenzaam. Met haar heb ik afgesproken dat we iedere donderdagavond ‘samen’ zouden eten. Dat is het mooie van dit tijdperk, je kunt alles via videobellen. Het was voor ons een fijn vaderdochtermoment in de week.’
Daar mag ik deel van uitmaken
Voorlopig staat er voor Stefan geen missie in het verschiet. Ze gaan binnenkort verhuizen naar een woning met bedrijfspand waar Natasja háár passie kan uitvoeren. Ze is kapster en wil het een stapje hogerop zoeken met een grotere salon. Stefan doet er alles aan om haar daarin te steunen. ‘Zij zorgt ervoor dat ik mijn passie kan uitvoeren. Ik wil precies hetzelfde voor haar doen. Ik zie haar nu groeien in alles wat ze doet, ondanks corona en ondanks dat ze een tijd haar bedrijf dicht heeft moeten gooien. Het is prachtig om te zien dat ze straalt en dat ik daar deel van uit mag maken.’
Daar mag ik deel van uitmaken
Voorlopig staat er voor Stefan geen missie in het verschiet. Ze gaan binnenkort verhuizen naar een woning met bedrijfspand waar Natasja háár passie kan uitvoeren. Ze is kapster en wil het een stapje hogerop zoeken met een grotere salon. Stefan doet er alles aan om haar daarin te steunen. ‘Zij zorgt ervoor dat ik mijn passie kan uitvoeren. Ik wil precies hetzelfde voor haar doen. Ik zie haar nu groeien in alles wat ze doet, ondanks corona en ondanks dat ze een tijd haar bedrijf dicht heeft moeten gooien. Het is prachtig om te zien dat ze straalt en dat ik daar deel van uit mag maken.’