Interview: Marlies Rothoff
‘Na mijn missie in Zuid-Soedan merkte ik pas wat het werk op een VN-kamp met idp’s (internally displaced persons) me gebracht had.’ Hoewel Linda Rullens (40) heftige dingen meemaakte in het kamp, vond ze het werk daar zinvoller dan haar leidinggevende functie in Nederland. Ze kreeg heimwee naar de dagelijkse heisa van Zuid-Soedan. ‘Je kon zo veel betekenen voor mensen in Zuid-Soedan. Gewoon al door kleine dingen te doen.’
Linda Rullens was 33 jaar toen ze in 2014 voor het eerst met de Koninklijke Marechaussee (KMar) op missie ging naar Zuid-Soedan. Op haar 25e begon ze haar carrière bij Defensie en was daarmee iets ouder dan de meeste mensen die besluiten om bij het leger te gaan. ‘Ik was vroeger als kind en als puber onrustig. Ik wilde van alles meemaken en kwam zo via een omweg bij de KMar terecht.’
Haar loopbaan is allesbehalve standaard. Toch is er een rode draad: avontuur en buitenland. Na de middelbare school begon ze aan een studie Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Dat was toch niet helemaal wat ze zocht. Ze vertrok naar Londen waar ze als au pair aan de slag ging. Een jaar later werkte ze als receptioniste in een hotel in diezelfde stad, omdat ze nog niet klaar was met Londen. ‘Na anderhalf jaar in het hotel werd ik stewardess bij Transavia. Mijn probleem was, en is nog steeds, dat ik me snel verveel. Als stewardess begin je iedere dag op een ander tijdstip en ben je iedere dag ergens anders. Bovendien is mensen helpen gewoon leuk.
Haar loopbaan is allesbehalve standaard. Toch is er een rode draad: avontuur en buitenland. Na de middelbare school begon ze aan een studie Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Dat was toch niet helemaal wat ze zocht. Ze vertrok naar Londen waar ze als au pair aan de slag ging. Een jaar later werkte ze als receptioniste in een hotel in diezelfde stad, omdat ze nog niet klaar was met Londen. ‘Na anderhalf jaar in het hotel werd ik stewardess bij Transavia. Mijn probleem was, en is nog steeds, dat ik me snel verveel. Als stewardess begin je iedere dag op een ander tijdstip en ben je iedere dag ergens anders. Bovendien is mensen helpen gewoon leuk.
‘Ze zagen me aankomen als stewardess…’
Toch begon het na een tijdje weer te kriebelen. ‘Tijdens mijn werk als stewardess werkte ik een aantal keer op uitzettingsvluchten samen met medewerkers van de KMar. Ik kwam met hen in gesprek en vroeg ze wat zij deden en of ik dat ook zou kunnen. Daarna solliciteerde ik bij de KMar met de gedachte: als dit niet lukt, ga ik misschien wel bij de politie. Maar eigenlijk wilde ik dat laatste niet. Mijn vader werkte bij de politie. Het politiewerk sprak mij zeker wel aan, maar ik wilde geen papa’s-kindje zijn. Ik zag het werken bij de KMar als een mooie, nieuwe uitdaging en ik zou dan net wat anders gaan doen dan mijn vader. Maar ik kon wel nog steeds datgene doen wat me in politiewerk zo aansprak. Ik kwam bij de KMar de sollicitatietesten door en mocht naar de officiersopleiding.
Ze zagen me aankomen als stewardess, maar vanuit de levensoptiek die ik had, was het niet vreemd dat ik bij Defensie terecht kwam.
Ik kon mensen helpen en had elke dag iets anders te doen.’
In augustus 2005 ging Linda naar de KMA in Breda. ‘Je moet de militaire skills en drills kennen om je eigen trainingen waar dan ook beter uit te kunnen voeren. Soms was het pittig, maar dan zette de kapitein je weer aan het denken over hoe het straks in het veld zou zijn. Hoe jij dan de macht hebt over wat er zou moeten gebeuren.
Ze zagen me aankomen als stewardess, maar vanuit de levensoptiek die ik had, was het niet vreemd dat ik bij Defensie terecht kwam.
Ik kon mensen helpen en had elke dag iets anders te doen.’
In augustus 2005 ging Linda naar de KMA in Breda. ‘Je moet de militaire skills en drills kennen om je eigen trainingen waar dan ook beter uit te kunnen voeren. Soms was het pittig, maar dan zette de kapitein je weer aan het denken over hoe het straks in het veld zou zijn. Hoe jij dan de macht hebt over wat er zou moeten gebeuren.
Het ging helemaal mis
Het echte veldwerk begon voor haar in Zuid-Soedan. Op 9 juli 2011 werd Zuid-Soedan zelfstandig. Linda’s missie zou draaien om het helpen met de opbouw van het nieuwe land en het trainen van de plaatselijke politie. ‘Wij kregen een jaar van tevoren te horen dat we erheen zouden gaan; dan word je voorbereid op de situatie. Wat je moet doen, hoe de cultuur in elkaar zit.’
Toch waren de vooruitzichten van het land toen al slecht. Zuid-Soedan had niets. De politieke leiding bestond uit voormalige krijgsheren die in de oorlog voor meer doden hadden gezorgd in onderlinge gevechten, dan in de strijd tegen het Noorden (Soedan).
Op de avond van 15 december 2013 ging het helemaal mis. Er brak een crisis uit tussen de twee belangrijkste stammen in Zuid-Soedan. Dit begon bij President Kirr die vice-president Machar beschuldigde van het voorbereiden van een coup. Beide heren kwamen van een andere stam, waardoor er eerst binnen het presidentiële paleis werd gevochten tussen deze bevolkingsgroepen. Daarbij vielen doden, waarna razzia’s volgden in de hoofdstad. In Juba vonden die nacht zo’n 10.000 mensen de dood. De sfeer in het land sloeg om. Wat begon als een intern politiek conflict, sloeg over naar andere steden en de etnische strijd resulteerde in tienduizenden ontheemden die onderdak zochten op de VN kampen. De organisatie van de VN was er niet op gericht zoveel mensen te huisvesten, maar opende toch de poorten. Het mandaat veranderde. In plaats van de opbouw van het land stond nu het beschermen van burgers centraal.
Het echte veldwerk begon voor haar in Zuid-Soedan. Op 9 juli 2011 werd Zuid-Soedan zelfstandig. Linda’s missie zou draaien om het helpen met de opbouw van het nieuwe land en het trainen van de plaatselijke politie. ‘Wij kregen een jaar van tevoren te horen dat we erheen zouden gaan; dan word je voorbereid op de situatie. Wat je moet doen, hoe de cultuur in elkaar zit.’
Toch waren de vooruitzichten van het land toen al slecht. Zuid-Soedan had niets. De politieke leiding bestond uit voormalige krijgsheren die in de oorlog voor meer doden hadden gezorgd in onderlinge gevechten, dan in de strijd tegen het Noorden (Soedan).
Op de avond van 15 december 2013 ging het helemaal mis. Er brak een crisis uit tussen de twee belangrijkste stammen in Zuid-Soedan. Dit begon bij President Kirr die vice-president Machar beschuldigde van het voorbereiden van een coup. Beide heren kwamen van een andere stam, waardoor er eerst binnen het presidentiële paleis werd gevochten tussen deze bevolkingsgroepen. Daarbij vielen doden, waarna razzia’s volgden in de hoofdstad. In Juba vonden die nacht zo’n 10.000 mensen de dood. De sfeer in het land sloeg om. Wat begon als een intern politiek conflict, sloeg over naar andere steden en de etnische strijd resulteerde in tienduizenden ontheemden die onderdak zochten op de VN kampen. De organisatie van de VN was er niet op gericht zoveel mensen te huisvesten, maar opende toch de poorten. Het mandaat veranderde. In plaats van de opbouw van het land stond nu het beschermen van burgers centraal.
‘Bij de wasplaats hoorde ik van alles.’
Toen Linda aankwam, merkte ze pas hoe complex de situatie was. ‘In Nederland had ik geleerd hoe je moet reageren, binnen welke regels je moet functioneren en handelen. Maar als je daar aankomt sta je opeens aan de andere kant. Wat je doet kan als slecht worden bestempeld door de bewoners van het kamp.’ Linda vertelt dat ze er ongewapend moesten werken, iets wat ze in het begin ongemakkelijk vond. ‘De mensen die in het kamp zaten waren met geweld opgegroeid. Het is een deel van hun cultuur om een geschil met geweld op te lossen. Dan helpt het niet als je een of twee mensen arresteert en ze een dag vasthoudt.’ Conflicten blijven door-etteren.
Daar lag een mooie taak voor haar weggelegd, vond ze zelf. Veel VN-militairen bleven zorgvuldig binnen het boekje van de missie, maar Linda trad bewust buiten de gebaande paden. ‘Ik wilde de cultuur van deze mensen leren kennen. En de mensen zelf. Ik wilde weten wat er speelde en hoe ik ze het best kon helpen. Dus ben ik gaan rondlopen in het kamp en ging ik gesprekken aan met de mensen in het kamp. Ik wilde een goede antenne ontwikkelen voor zaken of onderlinge relaties die niet helemaal lekker liepen. Ik zat vaak bij de vrouwen bij de wasplaats, ik zat in de kliniek en ging naar de school binnen het kamp. De kinderen waren erg nieuwsgierig en noemden me lachend 'kawaja' (blanke), maar via de vrouwen kreeg ik toch het meeste mee. Zij moesten immers voor de huishoudens zorgen en wisten ook precies wat er in het kamp speelde. Bij de wasplaats hoorde ik van alles. In dat opzicht was het net een dorp.’
Daar lag een mooie taak voor haar weggelegd, vond ze zelf. Veel VN-militairen bleven zorgvuldig binnen het boekje van de missie, maar Linda trad bewust buiten de gebaande paden. ‘Ik wilde de cultuur van deze mensen leren kennen. En de mensen zelf. Ik wilde weten wat er speelde en hoe ik ze het best kon helpen. Dus ben ik gaan rondlopen in het kamp en ging ik gesprekken aan met de mensen in het kamp. Ik wilde een goede antenne ontwikkelen voor zaken of onderlinge relaties die niet helemaal lekker liepen. Ik zat vaak bij de vrouwen bij de wasplaats, ik zat in de kliniek en ging naar de school binnen het kamp. De kinderen waren erg nieuwsgierig en noemden me lachend 'kawaja' (blanke), maar via de vrouwen kreeg ik toch het meeste mee. Zij moesten immers voor de huishoudens zorgen en wisten ook precies wat er in het kamp speelde. Bij de wasplaats hoorde ik van alles. In dat opzicht was het net een dorp.’
Elke dag te voet een rondje
De methode wierp zijn vruchten af. Binnen een paar maanden vertrouwden ze haar. Niet alleen de IDP’s en vluchtelingen vertrouwden haar, ook de VN gaf haar het vertrouwen. ‘Mijn missie zou eigenlijk zes maanden duren. Ieder half jaar wordt het team afgelost door een ander team. Maar op de lijst van de volgende lichting stonden geen vrouwen en aangezien de leiding had gemerkt dat ik als vrouw creativiteit en een ander perspectief op de werkvloer bracht en daarbij veel vertrouwen had gewonnen van de mensen in het kamp, mocht ik blijven. Daar was ik blij mee, omdat ik pas na de eerste zes maanden echt doorhad hoe alles zat. Zowel binnen de VN als binnen de cultuur van de idp’s.’ Al snel werd Linda als leider van het nieuwe Community Policing team aangesteld en heeft ze de mensen aan wie ze leiding gaf op het hart gedrukt om elke dag te voet een rondje over het kamp te maken. ‘Ik heb er een werkwijze van gemaakt.’
De methode wierp zijn vruchten af. Binnen een paar maanden vertrouwden ze haar. Niet alleen de IDP’s en vluchtelingen vertrouwden haar, ook de VN gaf haar het vertrouwen. ‘Mijn missie zou eigenlijk zes maanden duren. Ieder half jaar wordt het team afgelost door een ander team. Maar op de lijst van de volgende lichting stonden geen vrouwen en aangezien de leiding had gemerkt dat ik als vrouw creativiteit en een ander perspectief op de werkvloer bracht en daarbij veel vertrouwen had gewonnen van de mensen in het kamp, mocht ik blijven. Daar was ik blij mee, omdat ik pas na de eerste zes maanden echt doorhad hoe alles zat. Zowel binnen de VN als binnen de cultuur van de idp’s.’ Al snel werd Linda als leider van het nieuwe Community Policing team aangesteld en heeft ze de mensen aan wie ze leiding gaf op het hart gedrukt om elke dag te voet een rondje over het kamp te maken. ‘Ik heb er een werkwijze van gemaakt.’
‘Veel vrouwen waren meerdere keren in hun leven verkracht,
maar ze bleven vriendelijk.’
‘Veel vrouwen waren meerdere keren in hun leven verkracht,
maar ze bleven vriendelijk.’
Hoewel Linda luchtig over het kamp en de mensen die er woonden vertelt, zijn er ook gebeurtenissen die haar altijd bijblijven. ‘Het leven daar was niet makkelijk. Veel mensen die er verbleven, hadden familie verloren door het conflict. De blik in hun ogen verraadde veel. Hoe deze mensen je aan konden kijken, daar lag hun verhaal in maar ook hun kracht. Het zijn sterke, veerkrachtige mensen. Veel vrouwen waren meerdere keren in hun leven verkracht, maar ze bleven vriendelijk en lachten -ondanks alles wat ze hadden meegemaakt - nog heel wat af. Dat heeft me verbaasd. Ook de kinderen raakten me. Sommigen waren zwaar ondervoed of hadden zulke grote wonden, dat je vrijwel zeker wist dat ze binnen korte tijd dood zouden zijn. Toch krabbelden ze in de kliniek vaak weer op en liepen na een tijd aangesterkt rond.’
Dat voelde verschrikkelijk
Linda kwam in het kamp in heftige situaties terecht. ‘Ik zal nooit vergeten dat er één keer honderden mensen tegenover elkaar stonden en hun geschil wilden uitvechten. Ze mochten van ons geen wapens hebben, dus gingen ze elkaar te lijf met tentstokken. Het is de enige dag geweest dat we assistentie kregen van de gewapende blauwhelmen uit alle andere sectoren van het VN-kamp. Deze dreven de mensen uit elkaar. Ik ben met een paar collega's eerste hulp gaan verlenen in de kliniek, omdat ze daar de toestroom van gewonden niet aankonden. Op die dag zijn er zes doden gevallen in de onderlinge gevechten. Daarna kwam het praten. Dat moest via stamoudsten. Een geschil in deze cultuur wordt meestal opgelost door het schenken van koeien, maar die mochten het kamp niet in. Er werd een tussenoplossing gevonden door leningen te verstrekken. Waar de ruzie over ging? Er was overspel gepleegd.’ Volgens Linda iets wat in hun cultuur een groot misdrijf is. Door veel te praten met de bevolking gingen Linda en haar team de situatie uiteindelijk toch wat beter begrijpen. ‘Het was van belang dat we gezamenlijk tot oplossingen kwamen.’
Pas tegen het einde van haar missie, die uiteindelijk veertien maanden duurde, kreeg Linda zelf direct met de oorlog te maken, tijdens een werkbezoek aan een ander VN-kamp. De bevolkingsgroepen waren weer slaags geraakt. Er waren schietpartijen en meerdere inslagen van mortieren vlakbij het kamp. Het was voor het eerst dat ze vreesde voor haar leven en voor de mensen in het kamp. ‘De kogels kwamen tot achter de omheining van het kamp. Toen bedacht ik me hoe oneerlijk de wereld in elkaar steekt. Ik kon schuilen in een bunker en deze mensen waren blootgesteld aan oorlogsgeweld. Dat voelde verschrikkelijk.’
Dat voelde verschrikkelijk
Linda kwam in het kamp in heftige situaties terecht. ‘Ik zal nooit vergeten dat er één keer honderden mensen tegenover elkaar stonden en hun geschil wilden uitvechten. Ze mochten van ons geen wapens hebben, dus gingen ze elkaar te lijf met tentstokken. Het is de enige dag geweest dat we assistentie kregen van de gewapende blauwhelmen uit alle andere sectoren van het VN-kamp. Deze dreven de mensen uit elkaar. Ik ben met een paar collega's eerste hulp gaan verlenen in de kliniek, omdat ze daar de toestroom van gewonden niet aankonden. Op die dag zijn er zes doden gevallen in de onderlinge gevechten. Daarna kwam het praten. Dat moest via stamoudsten. Een geschil in deze cultuur wordt meestal opgelost door het schenken van koeien, maar die mochten het kamp niet in. Er werd een tussenoplossing gevonden door leningen te verstrekken. Waar de ruzie over ging? Er was overspel gepleegd.’ Volgens Linda iets wat in hun cultuur een groot misdrijf is. Door veel te praten met de bevolking gingen Linda en haar team de situatie uiteindelijk toch wat beter begrijpen. ‘Het was van belang dat we gezamenlijk tot oplossingen kwamen.’
Pas tegen het einde van haar missie, die uiteindelijk veertien maanden duurde, kreeg Linda zelf direct met de oorlog te maken, tijdens een werkbezoek aan een ander VN-kamp. De bevolkingsgroepen waren weer slaags geraakt. Er waren schietpartijen en meerdere inslagen van mortieren vlakbij het kamp. Het was voor het eerst dat ze vreesde voor haar leven en voor de mensen in het kamp. ‘De kogels kwamen tot achter de omheining van het kamp. Toen bedacht ik me hoe oneerlijk de wereld in elkaar steekt. Ik kon schuilen in een bunker en deze mensen waren blootgesteld aan oorlogsgeweld. Dat voelde verschrikkelijk.’
‘Alles wat ik aanpakte voelde als niet belangrijk genoeg.’
Na die 14 maanden in Zuid-Soedan kon Linda maar moeilijk wennen in Nederland. ‘Het klopte niet meer. Mijn perspectief was veranderd. Alles wat ik aanpakte voelde niet belangrijk genoeg. Ik werd leider van een team waarvan ik het gevoel had dat het eigenlijk ook zonder mij goed functioneerde. Bovendien ging mijn relatie uit. Als je uit zo’n situatie als Zuid-Soedan komt, ga je alles relativeren. Het heeft een hele poos geduurd voor ik in Nederland weer ‘normaal’ kon leven. Pas toen ik mijn tanden in een nieuw project mocht zetten fleurde ik weer op.’
Linda zette voor zichzelf op een rijtje wat belangrijk voor haar is, wat haar zo geraakt heeft in Zuid-Soedan. ‘Dat was echt het helpen van die mensen. Empowerment van de mensen zelf. Samen met hen oplossingen bedenken.’
Ze is nog een keer op uitzending geweest naar Tunesië om bij de European Union Liaison and Planning Cell (EULPC ) als politieadviseur de democratische transitie van Libië te ondersteunen. Een totaal andere missie. Dit keer kon ik ervaring op doen op hoog politiek-strategisch en militair-strategisch niveau. Deze missie inzet was gegaan vanuit het hoofdkwartier van de Europese Gendarmerie Force in het Italiaanse Vicenza. ‘Daar werk ik nu. Ik merk ook nu dat het nog altijd fijn is me in andere culturen te verdiepen en daarvan nieuwe dingen te leren. Ik haal daar meer voldoening uit. Door dit inzicht ben ik ook rustiger geworden. Rust komt sowieso met de jaren, maar ik heb dat onrustige nog wel lang gehad. Pas nu lijkt alles op zijn pootjes terecht te komen. Daar heeft mijn werk voor Defensie wel aan bijgedragen. Wat ik mocht doen in Zuid-Soedan en het contact met de mensen daar hebben mij doen inzien wat ik het liefst doe.’
Linda zette voor zichzelf op een rijtje wat belangrijk voor haar is, wat haar zo geraakt heeft in Zuid-Soedan. ‘Dat was echt het helpen van die mensen. Empowerment van de mensen zelf. Samen met hen oplossingen bedenken.’
Ze is nog een keer op uitzending geweest naar Tunesië om bij de European Union Liaison and Planning Cell (EULPC ) als politieadviseur de democratische transitie van Libië te ondersteunen. Een totaal andere missie. Dit keer kon ik ervaring op doen op hoog politiek-strategisch en militair-strategisch niveau. Deze missie inzet was gegaan vanuit het hoofdkwartier van de Europese Gendarmerie Force in het Italiaanse Vicenza. ‘Daar werk ik nu. Ik merk ook nu dat het nog altijd fijn is me in andere culturen te verdiepen en daarvan nieuwe dingen te leren. Ik haal daar meer voldoening uit. Door dit inzicht ben ik ook rustiger geworden. Rust komt sowieso met de jaren, maar ik heb dat onrustige nog wel lang gehad. Pas nu lijkt alles op zijn pootjes terecht te komen. Daar heeft mijn werk voor Defensie wel aan bijgedragen. Wat ik mocht doen in Zuid-Soedan en het contact met de mensen daar hebben mij doen inzien wat ik het liefst doe.’
Persoonlijk
Naam: Linda Rullens
Geboortejaar:1980
Geboorteplaats: Dongen
Huidige woonplaats: Vicenza (Italie)
Missies: UNMISS Zuid-Sudan, mei 2014 tot juli 2015
EULPC Tunesië, januari 2020 tot april 2020
Relatie: Marco
Huidige baan: Hoofdkwartier Europese Gendarmerie Force (EUROGENDFOR) vanuit de Koninklijke Marechaussee Eurogendfor is een internationale organisatie, opgericht voor het inzetten van gendarmerie-type politiecapaciteit en expertise in crisisgebieden.
Verder: In het kamp raakte Linda bevriend met een aantal bewoners. Er was met name een jongen die haar alles leerde over de cultuur in Zuid-Soedan, over hoe verschillende stammen tegenover elkaar stonden en waarom. Toen ze in het gebied was waar zijn familie leefde, ging ze daar op bezoek. ‘Ze waren zo dankbaar dat ik langskwam. Wel had ik het gevoel dat zijn moeder me aan hem probeerde te koppelen, maar het was bijzonder om de mensen te ontmoeten waar hij het zo vaak over had. Ze hadden niet veel, maar waren zo gastvrij en deelden alles wat ze hadden.’
Geboortejaar:1980
Geboorteplaats: Dongen
Huidige woonplaats: Vicenza (Italie)
Missies: UNMISS Zuid-Sudan, mei 2014 tot juli 2015
EULPC Tunesië, januari 2020 tot april 2020
Relatie: Marco
Huidige baan: Hoofdkwartier Europese Gendarmerie Force (EUROGENDFOR) vanuit de Koninklijke Marechaussee Eurogendfor is een internationale organisatie, opgericht voor het inzetten van gendarmerie-type politiecapaciteit en expertise in crisisgebieden.
Verder: In het kamp raakte Linda bevriend met een aantal bewoners. Er was met name een jongen die haar alles leerde over de cultuur in Zuid-Soedan, over hoe verschillende stammen tegenover elkaar stonden en waarom. Toen ze in het gebied was waar zijn familie leefde, ging ze daar op bezoek. ‘Ze waren zo dankbaar dat ik langskwam. Wel had ik het gevoel dat zijn moeder me aan hem probeerde te koppelen, maar het was bijzonder om de mensen te ontmoeten waar hij het zo vaak over had. Ze hadden niet veel, maar waren zo gastvrij en deelden alles wat ze hadden.’
Extra's
|
|