Door Erwin Kamp Nu de NAVO troepen Afghanistan hebben verlaten en de Taliban de macht in het land heeft overgenomen, rijst de vraag naar wat de zin is geweest van onze militaire interventie over de afgelopen vijftien jaar. In kranten, op sociale media maar ook uit de gesprekken die ik met veteranen zelf voer, merk ik dat deze vraag hen bezighoud. De antwoorden zijn divers en variëren van ‘het heeft helemaal geen zin gehad’ tot ‘we hebben wel degelijk iets kunnen betekenen voor de lokale bevolking’. Het zijn vaak ook antwoorden die worden gevoed door een eerste emotie als we de afgrijselijke beelden op de televisie zien van angstige en vluchtende mensen. Willen wij echter een gefundeerd antwoord geven op de vraag of de missie naar Afghanistan zin heeft gehad, dan gaan hier twee vragen aan vooraf. De eerste vraag is: waaruit bestaat zingeving eigenlijk? Wat bedoelen we hier precies mee? De tweede vraag is: via welke manier van kijken, bepalen we eigenlijk of de missie zin heeft gehad? Ik hoop dat na lezing van mijn bijdrage de lezer zelf tot een doordacht, tussentijds antwoord komt, in de wetenschap dat een definitief oordeel nog wel even op zich zal laten wachten, in ieder geval tot historici met deze vraag aan de haal gaan. Om antwoord te geven op de eerste vraag, is het goed dat we ons beseffen dat zingeving uit verschillende onderdelen bestaat. We zijn geneigd om bijvoorbeeld uit emotie en kijkend naar de 25 Nederlandse gesneuvelde militairen te zeggen dat het allemaal zinloos was. Dat laatste maakt het des te pijnlijker omdat niemand zonder betekenis wil sterven. Om te kunnen bepalen of de missie naar Afghanistan zinvol is geweest, hangt af van het realiseren van het doel van de missie zoals deze vooraf is geformuleerd, de morele rechtvaardiging ervan, het feit of veteranen zelf vinden dat zij invloed op hun werk hebben gehad en of zij na terugkeer in Nederland enige vorm van (zelf)respect hebben ervaren/gekregen. In een brief van het Kabinet-Balkenende II aan de Tweede Kamer van 2005 over
het doel van de International Security Assistance Force (ISAF) missie naar Afghanistan staat te lezen: “Het doel van de door de VN-Veiligheidsraad gemandateerde ISAF-operatie, als militair onderdeel van die internationale inspanningen, is de Afghaanse autoriteiten zodanig te versterken dat die op termijn zelfstandig in staat zullen zijn de veiligheid en stabiliteit in het eigen land te garanderen.” Wanneer we dit doel afzetten tegen de situatie waarin wij ons in augustus 2021 bevinden dan kunnen we stellen dat dit doel niet is gehaald. De Afghaanse autoriteiten blijken niet in staat de veiligheid en stabiliteit in eigen land te garanderen. De vraag is echter wel of dit doel een reëel doel is geweest als we naar de geschiedenis van Afghanistan kijken. Het land wordt al sinds het vertrek van de Britten begin vorige eeuw geteisterd door oorlog en verdeeldheid. De vraag naar de morele rechtvaardiging van de inzet van militairen is wellicht gemakkelijker en positiever te beantwoorden. De ISAF missie werd vanuit de VN op 20 december 2001 gerechtvaardigd met resolutie 1386 die unaniem werd aangenomen door de Veiligheidsraad. De resolutie stond toe dat de NAVO de ISAF-macht ontplooide in Afghanistan. Los van deze juridische legitimering was er ook een morele rechtvaardiging voor ingrijpen. Na de aanslagen op 11 september 2001 beriep de Verenigde Staten zich op zelfverdediging en verklaarde zij, samen met haar bondgenoten, Afghanistan de oorlog. De morele rechtvaardiging voor ingrijpen werd gevonden in het verdrijven van het islamitisch terrorisme dat een bedreiging vormde voor de wereldvrede. Na het verjagen van Al-Qaida en de Taliban in Afghanistan was de komst van de NAVO gericht op stabilisatie en wederopbouw. Nederland en haar veteranen hebben tijdens de ISAF missie invloed gehad op de uitoefening van haar taak. Los van de doelstellingen van de missie, werd Nederland internationaal geprezen voor de Dutch approach (3D-aanpak: Defense, Development and Diplomacy). We zouden het bijna weer zijn vergeten maar Nederland baarde opzien met een niet gewelddadige en cultureel sensitieve aanpak van haar militaire optreden. Patrouilles werden zonder helmen gelopen en de lokale bevolking werd vriendelijk benaderd. Dit om ondermeer de ‘hearts and minds’ van de Afghanen te winnen. In die zin hadden de Nederlandse militairen een geheel eigen aanpak en oefende zij zo invloed uit op haar werk. De inzet van de Nederlandse militairen in Afghanistan wordt van alle vredesmissies door Nederlanders het hoogst gewaardeerd. Uit een onderzoek van het Nederlandse Veteraneninstituut uit 2019 blijkt dat 45% de ISAF missie het meest gerechtvaardigd vind. 56% van de Nederlanders heeft in 2019 zeer veel waardering voor de veteranen die actief waren en zijn in Afghanistan. De publieke opinie speelt een belangrijke rol in het vinden en krijgen van (zelf) respect van de inzet van de veteranen. Los van de erkenning en waardering van de Nederlanders, vinden veteranen erkenning en waardering van hun werkgever, lees Defensie, ook van het grootste belang. Vooral daar waar het bijvoorbeeld om de nazorg van veteranen gaat. Uit onderzoek van het Nederlands Veteraneninstituut in 2020 blijkt dat ISAF veteranen hun welzijn gemiddeld met een 7,8 beoordelen. Daarnaast is de helft tevreden over de geboden nazorg door Defensie en de andere helft deels of helemaal niet. De optelsom van bovengenoemde vier onderdelen van zingeving, zijn belangrijk bij het bepalen of de ISAF missie zinvol is geweest. Daarnaast is er nog een andere manier van kijken. Hierbij gaat het om de vraag vanuit welke invalshoek bepalen we of de missie naar Afghanistan zinvol is geweest. Is dit bijvoorbeeld een politieke invalshoek, een militaire, een multinationale, een economische, een humane of een individuele persoonsgerichte invalshoek. Nederlandse veteranen kunnen er trots op zijn dat zij een bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van Afghanistan waar het gaat om het bouwen van scholen, het opleiden van militairen, het aanleggen van wegen en het verdedigen van vrouwenrechten. Vijftien jaar lang is in Afghanistan het islamitische terrorisme bestreden. Ook heeft de Nederlandse krijgsmacht veel ervaring opgebouwd in de uitvoering van militaire operaties. Of het sneuvelen van vijfentwintig Nederlandse veteranen tijdens onze aanwezigheid in Afghanistan niet voor niets geweest, is niet aan mij. De gesneuvelde militairen en hun families en vrienden, hebben een groot offer, zo niet het grootste offer gebracht. De veteranen die sneuvelden, staan voor de waarden die wij in Nederland belangrijk vinden: vrijheid, verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid. De militairen die werden uitgezonden, staan voor vrede en veiligheid en willen daar op internationale schaal een bijdrage aanleveren. Of zoals Peter van Uhm, oud Commandant der Strijdkrachten die zijn eigen zoon in Afghanistan verloor, het treffend formuleert: “Als de geallieerden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zich hadden afgevraagd hoeveel opofferingen ze moesten doen om de West-Europeanen weer hun vrijheid te geven, waren ze er ook niet aan begonnen.” In zijn ogen moet je dus de vraag naar de zin van onze inzet in Afghanistan aan de goede kant stellen en niet vanuit de kant van de slachtoffers. Zijn woorden zijn authentiek en oprecht. Als er iemand recht van spreken heeft dan is het zeker Peter van Uhm. Maar goed, het zal je kind of partner maar zijn die is gesneuveld. Naast de gesneuvelde militairen zijn er militairen die fysiek of geestelijk gewond terug naar Nederland keerden en nog dagelijks met de gevolgen hiervan worden geconfronteerd. Ik weet zeker dat lang niet alle nabestaanden of directe betrokkenen van onze oorlogsslachtoffers hier heel nobele gedachten over hebben. Was het het allemaal de moeite waard? Was het zinvol om naar Afghanistan te gaan? Het antwoord op deze vragen hangt dus sterk af van wat je onder zinvol verstaat en vanuit welke invalshoek je ze beantwoord. De vraag naar de zin van de missie naar Afghanistan zal altijd tegenstrijdige antwoorden opleveren. Het is in mijn ogen zinvol als wij lessen uit ons optreden trekken. Zouden we het zo weer doen? Zouden we een andere aanpak kiezen op basis van de wetenschap die wij nu hebben? Hebben we de moed om onze eigen inzet met alle successen en falen onder ogen te zien? Dat is overigens niet alleen een vraag die veteranen bezig moet houden maar ook ons parlement die Nederlandse militairen op uitzending stuurt. Ik vind het te gemakkelijk om snel een oordeel te vellen over een missie die in onze hoofden en harten nog lang niet is afgerond. Doorn, augustus 2021 Drs. i.r.g.m. KTZ Erwin Kamp Hoofdkrijgsmachtraadsman
1 Opmerking
Adri Ekstijn.
25/8/2021 19:53:27
Wacht om het antwoord vandaag te geven, ondanks de terechte pijn van verlies en waarvoor vandaag!
Antwoorden
Laat een antwoord achter. |
Volg hier alles overHelmen Vol Verhalen Archieven
November 2024
Categorieën
Alles
|