Door Geerten Walling (Bron: EW 31 mei 2022) Na decennia van bezuinigen is de nieuwe defensienota eindelijk weer positief: er gaat structureel vijf miljard euro extra naar defensie, zelfs de NAVO-norm wordt gehaald. Het is verleidelijk om dure speeltjes te kopen, maar wat de krijgsmacht echt nodig heeft is een degelijk personeelsbeleid. Zie de mens achter de militair, schrijft Geerten Waling. Er ligt een nieuwe defensienota. Sinds de Koude Oorlog was de presentatie van zo’n nota op zijn slechtst weinig nieuwswaardig en op zijn best een treurig tafereel. Telkens weer slecht nieuws: bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen. Onder de verhullende vlag van ‘vredesdividend’ kleedde Nederland zijn krijgsmacht – vrij letterlijk – steeds verder uit. Zelfs toen na 11 september 2001 de overwinning van de liberale, democratische wereldorde een grote desillusie was gebleken, bleven de kruideniers aan de Noordzee hun budgettaire gaatjes vullen door af te romen op de defensiebegroting. CDA’er Hans Hillen heeft nog steeds nachtmerries van de kaalslag die hij, als defensieminister in het eerste kabinet-Rutte, moest plegen op de krijgsmacht. Onlangs noemde hij in BNR-podcast De Strateeg defensie ‘de sluitpost van een democratisch systeem dat veel meer op het eigen welzijn gericht is geweest en niet op de basisvoorwaarden’. Hij moest twaalfduizend medewerkers laten gaan. Een pijnlijk contrast met de duizenden vacatures die nu openstaan bij defensie. Door de oorlog in Oekraïne leeft in de politiek eindelijk een gevoel van urgentie. Er komt structureel 5 miljard bij: in 2024 en 2025 wordt ten langen leste zelfs de NAVO-norm van 2 procent gehaald. Meer geld naar defensie, dat klinkt mooi, maar wat gebeurt ermee? De aanschaf van peperduur en hypermodern wapentuig is een gemakkelijke en verleidelijke besteding. Terwijl de ware uitdaging is structureel te investeren in defensiepersoneel. Dat vereist een politieke omslag, maar ook een culturele omslag. Helmen vol Verhalen
In 2020, tijdens de eerste coronagolf, gebeurde er iets bijzonders. Een oproep aan veteranen en kunstenaars om zich te melden voor het project Helmen vol Verhalen leidde – 75 jaar na de bevrijding – binnen enkele weken tot de aanmelding van precies 75 kunstenaars en 75 veteranen. Amy van Son, projectleider, marine-veteraan en allround bezige bij in de Arnhemse cultuurwereld, vormde uit de inzendingen 22 op maat gesneden koppels die samen aan de slag gingen. De verhalen van de veteranen dienden als richting en inspiratiebron voor de kunstenaars. Het resultaat werd onlangs op vliegbasis Deelen in Gelderland getoond aan betrokkenen. Komende tijd reist de tentoonstelling Helmen vol Verhalen door het land, om de mooie kunstwerken te tonen, maar vooral ook om de verhalen te vertellen van ‘jonge’ veteranen. Om deze onzichtbare (oud-)militairen zichtbaar te maken, die zich overal om ons heen bevinden. Want veteranen zijn niet alleen die bekende oude mannen die hun strepen hebben verdiend tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Korea-oorlog of de dekolonisatie van Indonesië of Nieuw-Guinea. Nee, het zijn vooral ook al die jongens en meiden die de afgelopen decennia op heftige, soms hachelijke, missies zijn gestuurd in voormalig-Joegoslavië, Afghanistan, Irak en Mali – of op kleinere uitzendingen in andere uithoeken. Op de website helmenvolverhalen.nl staan getuigenissen van deze veteranen. Net als bij de jubelende defensienota speelt die oorlog ook een rol bij dit kunstproject om duidelijk te maken wat het betekent om niet in vredestijd te leven. En dat er mensen zijn die met militaire eer en trots bereid zijn risico’s te lopen en zelfs hun leven in de waagschaal te stellen voor vrede en vrijheid, maar die – zoals dat hoort in een democratie – ook altijd de speelballen zijn van ijdele politieke keuzes. Lees verder op EW hier.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Volg hier alles overHelmen Vol Verhalen Archieven
September 2024
Categorieën
Alles
|